maandag in week 3 van de advent
Uit het boek Numeri 24, 2-7 + 15-17a
Deze lezing beschrijft hoe Bileam, vervuld door de geest van God, in een profetische woordenstroom de pracht en zegeningen van Israël bezingt.
Toen Bileam zijn blik liet rondgaan en Israël daar gelegerd zag, stam bij stam, werd hij door de geest van God gegrepen en hief hij deze orakelspreuk aan: ‘Zo spreekt Bileam, de zoon van Beor, zo spreekt de man wiens oog geopend is, zo spreekt hij die Gods woorden hoort en ziet wat de Ontzagwekkende toont, in vervoering, met ontsloten ogen: Hoe mooi zijn uw tenten, Jakob, hoe mooi uw woningen, Israël, als palmbomen, overal verspreid, als tuinen langs een rivier, als aloë’s door de Heer geplant, als ceders langs het water. Israëls emmers lopen over, zijn zaad krijgt water in overvloed. Zijn koning wordt groter dan Agag, zeer machtig zijn koningschap.
Tussenzang: Ps 25, 4-9
Refr.: Wijs mij uw wegen, Heer.
Maak mij, Heer, met uw wegen vertrouwd,
leer mij uw paden te gaan.
Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt,
op U blijf ik hopen, elke dag weer.
Denk aan uw barmhartigheid, Heer,
aan uw liefde door de eeuwen heen.
Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd,
maar denk met liefde aan mij, Heer,
omwille van uw goedheid.
Goed en rechtvaardig is de Heer:
Hij wijst zondaars de weg,
wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor,
Hij leert hun zijn paden te gaan.
Liefde en trouw zijn de weg van de Heer
voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
De Heer komt,
ga Hem tegemoet;
Hij is de Vorst van de vrede.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Matteüs 21, 23-27
In dit evangelie zien we hoe Jezus, tijdens zijn onderricht in de tempel, wordt uitgedaagd door de hogepriesters en oudsten die twijfelen aan zijn gezag. Door hen een tegenvraag te stellen over de doop van Johannes, legt Hij hun huichelachtige houding bloot en ontwijkt Hij hun strikvraag.
Toen Jezus naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe. Ze vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?’
Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u Mij daarop antwoord geeft, zal Ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid Ik die dingen doe. In wiens opdracht doopte Johannes? Kwam die opdracht van de hemel of van mensen?’
Ze overlegden met elkaar: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” dan zal Hij tegen ons zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” Maar als we zeggen: “Van mensen,” dan krijgen we het volk over ons heen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet.’ Dus gaven ze Jezus als antwoord: ‘We weten het niet.’
Daarop zei Hij tegen hen: ‘Dan zeg Ik u ook niet op grond van welke bevoegdheid Ik die dingen doe.’
Van Woord naar leven
WAARHEID IN HET LICHT VAN DE HEILIGE GEEST
(Bij Mt 21, 23-27)
De hogepriesters en oudsten waren vooral bekommerd om zichzelf: hun denken, hun veiligheid, en niet om de waarheid. Dat maakte hen niet alleen blind, maar ook ontoegankelijk. Hun hart bleef gesloten.
Laten we echter niet te snel denken dat wij zoveel anders zijn dan zij. Hoe vaak besteden wij geen energie aan het verdedigen van wat we zien als onze waarheid? Wat ík denk, wat ík zeg, hoe ík het zie… dat vinden we toch oh zo belangrijk. En vaak verwachten we dat anderen dat respecteren. ‘Ieder z’n waarheid,’ zeggen we dan. Maar als iedereen zo zou leven en praten, zou er nog maar weinig ruimte overblijven voor dé waarheid.
Gods waarheid is een gegeven dat wij niet kunnen maken of claimen. We kunnen haar enkel ontvangen, in openheid en vertrouwen. De Geest zal haar ons openbaren. Dat vraagt leegte, innerlijke armoede en het geloof om onszelf toe te vertrouwen aan het waaien van de Geest. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet, vaak vastgeankerd aan onze eigen overtuigingen.
Een belangrijk beginpunt is de bereidheid jezelf steeds opnieuw kritisch en biddend te bevragen. Dat betekent dat je nooit mag denken dat je Gods waarheid volledig bezit, begrijpt of beleeft. Een mens is immers een wezen dat voortdurend evolueert, ook op geloofsvlak. Hoe je twintig jaar geleden dacht over God, is misschien niet hoe je vandaag over Hem denkt, en waarschijnlijk zal dat over twintig jaar opnieuw anders zijn.
In elke levensfase blijft één oefening centraal staan: jezelf leren leegmaken, leren arm worden van geest. Want wie innerlijk arm is, groeit in de bereidheid om God te ontvangen zoals Hij is, zoals Hij in Christus naar ons toekomt. Dit is geen oefening van één dag of één jaar, maar van een heel leven.
Het hart van deze oefening is het gebed, het gebed van het hart. Dat is in leegte voor God staan, los van alle beelden en verwachtingen die we van Hem hebben. Het is God God laten zijn. Het is Hem toelaten in je leegte, zodat Hij, en Hij alleen, je volheid wordt. Het is jezelf plaatsen in het grote ‘Gij’, en met Maria zeggen: ‘Mij geschiede naar uw woord.’
Wie deze weg van overgave gaat, zal langzaam maar zeker groeien in inzicht en waarneming. In de stilte van zijn hart zal hij Gods waarheid ontvangen, haar omarmen, en leren God te laten zijn wie Hij is – in het gebed én in het leven.
Hij zal vanuit het hartsinzicht ontdekken hoe God ook spreekt in de wereld en hoe Hij te vinden is in de ander die ons oproept tot liefde.
Moge God zich tonen, en mogen wij voor Hem openstaan. Open, arm en leeg.
Laten we bidden
Heer,
Leer ons ons hart te openen voor uw waarheid,
niet die van onszelf, maar die van U alleen.
Bevrijd ons van onze angsten en trots,
opdat we ruimte maken voor uw Geest.
Schenk ons de moed om stil te worden,
los te laten wat wij menen te weten,
en U toe te laten ons te vormen naar uw wil.
Help ons met open ogen en een nederig hart
te luisteren naar uw stem in ons leven,
en U te herkennen in de ander.
Maak ons leeg van eigenbelang
en vervul ons met uw liefde,
zodat wij uw licht mogen dragen in de wereld.
Amen.
Geliefde mensen, moge ons hart openstaan voor Gods stem, zodat zijn waarheid ons mag vervullen en leiden naar vrede en liefde.
Zegen over deze nieuwe week.
kris
Om mee op weg te gaan
Betrap jij jezelf er soms op dat je je eigen waarheid ziet als dé waarheid en van daaruit spreekt of handelt naar anderen? Draag je de innerlijke bereidheid om jezelf kritisch en biddend te bevragen? Durf je – al dan niet letterlijk – op je knieën te gaan en te bidden om vanuit leegte en vertrouwen de Geest toe te laten je te openen voor Gods waarheid? Ben je bereid daar tijd voor te nemen, de stilte en de leegte omarmend? En zou je, indien nodig, bereid zijn je eigen ‘denken’ los te laten om het opnieuw te formuleren vanuit wat God in je binnenste ‘zegt’?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.