vrijdag in week 34 door het jaar
Uit het boek Apocalyps 20, 1-4 + 11 + 21, 2
Deze passage uit Openbaring beschrijft de symbolische overwinning van God op het kwaad: Satan wordt gebonden voor duizend jaar, zodat hij de volken niet langer kan misleiden, terwijl de gelovigen die trouw bleven aan Jezus samen met Christus vorm geven aan het Rijks Gods. Het visioen van het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt als een prachtige bruid, symboliseert de vernieuwde wereld waarin Gods aanwezigheid volledig zichtbaar wordt – een werkelijkheid die wij mogen belichamen door te leven in liefde, gerechtigheid en trouw aan Gods wil.
Ik, Johannes, zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus.
Toen zag ik een grote witte troon en Hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van Hem weg en verdwenen in het niets.
Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Psalm 84, 3-6
Refr.: Zie hier Gods woning onder de mensen.
Van verlangen smacht mijn ziel
naar de voorhoven van de Heer.
Mijn hart en mijn lijf roepen
om de levende God.
Zelfs de mus vindt een huis
en de zwaluw een nest
waarin ze haar jongen neerlegt,
bij uw altaren,
Heer van de hemelse machten,
mijn koning en mijn God.
Gelukkig wie wonen in uw huis,
gedurig mogen zij U loven.
Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken,
met in hun hart de wegen naar U.
Vers voor het evangelie (Joh 14, 6)
Alleluia.
Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand kan bij de Vader
komen dan door Mij.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 21, 29-33
Jezus gebruikt in deze gelijkenis de tekenen van de natuur, zoals het uitlopen van bomen, om zijn volgelingen aan te moedigen de tekenen van de tijd te herkennen. Hij benadrukt dat de komst van Gods koninkrijk zeker is én nabij is, en roept op tot waakzaamheid en vertrouwen in zijn woorden die eeuwig zijn.
Jezus vertelde de leerlingen volgende gelijkenis:
‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit.’
Van Woord naar leven
EEN VISIOEN DAT ROEPT
(Bij Ap 21, 2)
In een wereld waarin vandaag onrecht, oorlogen en verdeeldheid diepe sporen trekken, klinkt de roep van het Nieuwe Jeruzalem als een hoopvolle melodie. Het beeld van deze heilige stad, neerdalend uit de hemel als een bruid voor haar bruidegom, raakt aan het diepste verlangen van de mensheid: een plek van vrede, rechtvaardigheid en onvoorwaardelijke liefde.
Maar terwijl het een visioen is, vraagt het ook vandaag om een antwoord van ieder van ons, hier en nu. Het Nieuwe Jeruzalem belichamen is namelijk de roeping van de Kerk. Ondanks de gebrokenheid van de wereld zijn we geroepen het Nieuwe Jeruzalem nu reeds waar te maken. We zijn geroepen om als levende stenen deze stad te bouwen, om een gemeenschap te vormen waarin Christus’ liefde zichtbaar wordt.
Dit begint allereerst met gebed. Gebed om zelf in eenheid met de Heer te kunnen leven. Door ons nederig open te stellen voor de werking van de Heilige Geest in ons diepste zelf, worden we in staat gesteld ons kleine ja te leggen in het grote ja van de Heer. Daarnaast is er het gebed voor elkaar en voor de gehele mensheid. Hierin draagt ieder van ons een grote verantwoordelijkheid. Het belang van het dagelijks neerleggen van de mensheid in de schoot van de Vader mogen we niet onderschatten. In ons dagelijks gebed voor de mensheid ligt echt een kracht die de wereld ten diepste kan vernieuwen.
Vanuit het gebed roept het Nieuwe Jeruzalem ons ook op tot daden. Liefde tonen, ondanks heel wat onliefde. Vergevingsgezind blijven, ook als onrecht blijft voortduren. Verzoening zoeken, zelfs waar de wonden diep en pijnlijk zijn. En barmhartigheid schenken, vooral aan hen die gebukt gaan onder armoede of uitsluiting. Jezus gaf ons hierin een voorbeeld: Hij zag het kleine, het kwetsbare, en zij die vergeten waren. Hij liet hen voelen dat ze onvoorwaardelijk kostbaar zijn in Gods ogen.
Wij worden gevraagd hetzelfde te doen. Wanneer we de armen voeden, bouwen we aan het Nieuwe Jeruzalem. Wanneer we bruggen slaan in plaats van muren op te trekken, laten we de glans van deze Nieuwe Stad zien. Tegelijk bieden we hoop aan allen die zoekend zijn en verlangen naar een bestaan dat wordt gekenmerkt door zin, vrede en liefde.
Laat we als Kerk een baken van licht zijn, een spiegel van Gods liefde. Doorheen onze woorden, maar vooral onze daden, mogen mensen de contouren van het Nieuwe Jeruzalem herkennen. Niet door perfectie, wel door echtheid. Niet door macht, maar door dienstbaarheid. Zoals Johannes zag in zijn visioen: Het Nieuwe Jeruzalem is als als een bruid: mooi gemaakt door de liefde die haar doordrenkt.
Laten we als christenen onze roeping omarmen. Niet door weg te kijken van het lijden, maar juist door er middenin te staan met de kracht van Christus. Juist in tijden van onrecht en oorlog worden we uitgenodigd om het verschil te maken. Niet door onze eigen kracht, maar door Hem die ons roept om zijn handen en voeten te zijn.
En laten we vooral niet denken dat wij de goeden zijn en de anderen de slechten. Dat is niet enkel hoogmoedig, maar het is ook zeer oordelend. Trouwens, ieder van ons vecht diep in zichzelf het dagelijkse oorlogje uit tussen goed en kwaad. Soms winnen we, soms verliezen we. Niemand moet hoog van de toren blazen. Maar ook hier, in de gebrokenheid van ons onvermogen, mogen we kijken naar de Heer. Zonder ophouden wil Hij ons ten diepste aanraken. Dat is zijn barmhartigheid. God zij dank! Nooit gooit Hij iemand weg. Altijd opnieuw raakt Hij aan, vergeeft Hij, heelt Hij, en roept ons in zijn dienst. Moge dit bewustzijn ons nederig maken. En vooral ook diep dankbaar.
Geliefde mensen, het Nieuwe Jeruzalem is geen verre droom, maar een levende belofte die wij hier en nu mogen waarmaken. Laten we samen bouwen aan een wereld vol hoop, liefde en vrede. In Christus wordt elke duisternis doorbroken. Laten we ons toevertrouwen aan Hem.
Laten we bidden
Heer,
wij bidden U:
maak ons tot dragers van uw liefde en vrede.
Geef ons de kracht te vergeven,
u en onze medemensen te dienen,
en uw licht te weerspiegelen in deze wereld.
Leid ons in trouw aan uw wil,
opdat wij het Nieuwe Jeruzalem mogen belichamen.
In uw naam.
Amen.
Geliefde mensen, mogen we vandaag als levende stenen bouwen aan een Stad van liefde en hoop, en Christus’ licht zichtbaar maken in een wereld die hunkert naar vrede.
Een toegewijde vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Neem vandaag de tijd om stil te staan bij deze vraag: Waar kan ik, heel concreet, in mijn eigen leven en met de mensen die mij zijn toevertrouwd, bijdragen aan de bouw van het Nieuwe Jeruzalem? Denk aan een gebaar van liefde, een verzoenend woord, een daad van rechtvaardigheid, of tijd die ik neem om te bidden voor de wereld.
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
Deze afbeelding is een detail uit de beroemde Apocalyps Tapisserie (Apocalypse Tapestry) van Angers, een van de grootste en meest indrukwekkende middeleeuwse wandtapijten ter wereld. Het werd gemaakt in de late 14e eeuw (circa 1377-1382) en ontworpen door de kunstenaar Hennequin de Bruges, in opdracht van Lodewijk I van Anjou. Het werd geweven door Nicolas Bataille, een meester in tapijtweven.
De specifieke scène op de afbeelding verwijst naar een moment uit het Bijbelboek Openbaring of Apocalyps, waarin een engel en Johannes de Evangelist worden afgebeeld. Johannes knielt nederig terwijl hij wordt begeleid of geïnstrueerd door de engel, een terugkerend thema in de Openbaring. Op de achtergrond zien we een stad met een gotische architectuur, bedoeld als de symbolische ‘Nieuwe Jeruzalem’, een beeld van het hemelse koninkrijk dat in Openbaring 21 wordt beschreven.
De stijl van het tapijt is kenmerkend voor de gotische kunst, met rijke kleuren en gedetailleerde patronen die religieuze symboliek en verhalen benadrukken. Het roze en rode achtergrondpatroon, samen met de gouden halo’s en engelachtige figuren, benadrukt de spirituele en verheven aard van de scène.
Dit werk is een prachtig voorbeeld van hoe middeleeuwse kunst Bijbelse verhalen visualiseerde om een publiek zonder toegang tot geschreven teksten te onderwijzen en inspireren. Het originele tapijt is te zien in het kasteel van Angers in Frankrijk.
Bron: Wikipedia
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.