zondag 29 door het jaar B

Uit de profeet Jesaja 53, 10-11

De Heer wilde zijn dienaar breken, Hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de Heer wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.

Tussenzang: Uit ps 33

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: God, wees ons barmhartig en zegen ons.

Oprecht is het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.

Het oog van de Heer rust op hen die Hem vrezen,
die rekenen op zijn erbarming;
dat Hij hen ontrukken zal aan de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Wij stellen al onze hoop op de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.
Laat uw erbarmen, Heer, over ons dalen
zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 4, 14-16

Broeders en zusters,
Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemelsferen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden. Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.

Vers voor het evangelie (Joh 15, 15b)

Alleluia.
Vrienden noem Ik jullie, zegt de Heer,
omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb gehoord,
aan jullie bekendgemaakt heb. 
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 10, 35-45

Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, kwamen bij Jezus en zeiden: ‘Meester, we willen dat U voor ons doet wat we U vragen.’ Hij vroeg hun: ‘Wat willen jullie dan dat Ik voor je doe?’ Ze zeiden: ‘Wanneer U heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van U zitten en de ander links.’ Maar Jezus zei tegen hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die Ik moet drinken of de doop ondergaan die Ik moet ondergaan?’ ‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen de beker drinken die Ik zal drinken en de doop ondergaan die Ik zal ondergaan, maar wie er rechts of links van Mij zal zitten, kan Ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.’

Toen de andere leerlingen hiervan hoorden, namen ze het Jakobus en Johannes kwalijk. Jezus riep hen bij zich en zei tegen hen: ‘Jullie weten dat de volken onderdrukt worden door hun eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

Van Woord naar leven

DE WEG VAN DE DIENAAR
(Bij Mc 10, 35-45)

Onderstaande overweging (met uitzondering van de nota en de toevoeging) is geschreven door aartsbisschop Vincenzo Paglia.

Marcus beschrijft een dialoog tussen Jezus en de twee zonen van Zebedeüs, Jakobus en Johannes. Ze zijn onderweg naar Jeruzalem, en voor de derde keer heeft Jezus zijn leerlingen verteld dat Hij aan het einde van zijn reis naar de heilige stad zal sterven. De twee leerlingen lijken echter onbewogen door de tragische woorden van de Heer en vragen Hem om de belangrijkste plaatsen naast Hem in te nemen wanneer Hij zijn koninkrijk vestigt.

Jezus antwoordt hen: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die Ik moet drinken, of de doop ondergaan die Ik moet ondergaan?’ Met deze woorden verduidelijkt Jezus opnieuw de weg die Hij zal moeten gaan, gebruikmakend van twee belangrijke symbolen: de beker en de doop.

De beker is een teken van Gods woede, zoals de profeet Jesaja schrijft: ‘Ontwaak, ontwaak, Jeruzalem, sta op! De Heer heeft je laten drinken uit de beker van zijn toorn; je hebt die kelk, de beker die je bedwelmd heeft, tot de bodem leeggedronken’ (Jes 51, 17). Hiermee duidt Jezus aan dat Hij het oordeel van God over het kwaad in de wereld op zich zal nemen, ook al moet Hij dit met de dood bekopen.
Hetzelfde geldt voor het symbool van de doop: ‘De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen’ (Ps 42, 8). (Zie Nota Kris onderaan).
Deze beelden – de beker en de doop – tonen aan dat de weg van Jezus geen race naar macht is.

Jezus roept vervolgens de twaalf leerlingen bij zich en geeft hen een duidelijke les: ‘Jullie weten dat de volken worden onderdrukt door hun heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken. Zo mag het bij jullie niet gaan.’ De drang naar macht zit diep verankerd in het menselijk hart. Niemand, ook niet binnen de christelijke gemeenschap, is immuun voor deze verleiding. Maar Jezus maakt duidelijk: ‘Zo mag het bij jullie niet gaan.’

De macht en het gezag waarover het evangelie spreekt, zijn gebaseerd op liefde. Jezus legt dit niet alleen uit met woorden, wanneer Hij zegt: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn,’ maar Hij toont dit ook met zijn leven. Hij zegt over zichzelf: ‘Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.’ Dit is ook de weg die zijn leerlingen moeten volgen.

Toevoeging Kris:
In ons dagelijks leven betekent dit dat we de neiging moeten weerstaan om onze eigen belangen voorop te stellen en in plaats daarvan aandacht hebben voor het welzijn van anderen. Het gaat erom kleine gebaren van liefde en dienstbaarheid te stellen, zonder te verwachten dat we er iets voor terugkrijgen. We zijn geroepen om in elke situatie een bron van vrede en hulp te zijn, en wel als echo van Jezus’ kruisliefde.

(Nota Kris: De psalmist gebruikt de metafoor van vloedgolven en watermassa’s die over hem heen spoelen om een gevoel van overweldiging en machteloosheid te beschrijven, alsof hij wordt meegesleurd door de omstandigheden van zijn leven, terwijl God ver weg lijkt. Wanneer Jezus spreekt over het “doopsel” waarmee Hij gedoopt zal worden, verwijst Hij dus niet naar de waterdoop van Johannes de Doper, maar naar het lijden en de dood die Hem te wachten staan. Het Griekse woord voor dopen, baptizein, betekent letterlijk “onderdompelen”, en Jezus gebruikt deze metafoor om zijn volledige onderdompeling in het lijden te beschrijven.)

Laten we bidden

Heer Jezus,
U hebt ons de weg
van de dienstbaarheid getoond,
niet door te heersen,
maar door te dienen.
Leer ons – diep verbonden met U -,
ons hart te openen
voor de noden van anderen
en ons leven te geven
in liefde en aandacht.
Om deze genade bidden U,
vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.

Geliefde mensen, laten we ons geven in liefde.
Een mooie zondag,
kris


Om mee op weg te gaan

Paglia schrijft: ‘De drang naar macht zit diep verankerd in het menselijk hart. Niemand, ook niet binnen de christelijke gemeenschap, is immuun voor deze verleiding.’ Wat zijn de verborgen redenen achter mijn verlangen naar heerschappij of macht? Kan ik in deze strijd de helende woorden van Jezus ontvangen: ‘Zo mag het bij jullie niet gaan … Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn’?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.