donderdag in week 27 door het jaar
Uit de brief van Paulus aan de Galaten 3, 1-5
Paulus verwijt de Galaten dat ze het spoor bijster geraakt zijn door terug te keren naar het aardse, terwijl ze met de Geest begonnen waren.
Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te geloven wat u hebt gehoord? Bent u werkelijk zo dwaas dat u, terwijl u met de Geest begon, nu weer uitkomt bij het aardse? Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest? Dat kan toch niet! Geeft God u de Geest en laat Hij zijn kracht in u werkzaam zijn omdat u de wet naleeft, of omdat u gelooft wat u hebt gehoord?
Tussenzang: Lc. 1, 69-75
Refr.: Geprezen zij de Heer, de God van Israël, omdat Hij naar zijn volk omziet en het bevrijdt.
Een reddende kracht
heeft Hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals Hij van oudsher heeft beloofd
bij monde van zijn heilige profeten.
Bevrijding uit de hand van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont Hij zich barmhartig
jegens onze voorouders
en herinnert Hij zich zijn heilig verbond.
De eed die Hij gezworen had
aan Abraham, onze vader,
dat wij, bevrijd van onze vijanden
en vrij van angst, Hem dienen zouden,
oprecht en toegewijd, ons leven lang.
Vers voor het evangelie (cfr Lc 8, 15)
Alleluia.
Zalig zijn zij die het woord van God,
dat ze gehoord hebben,
in een goed en edel hart bewaren
en door hun standvastigheid
vrucht voortbrengen.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 11, 5-13
Jezus leert ons dat volhardend en oprecht gebed altijd gehoord wordt. Hij moedigt ons aan om te blijven vragen, zoeken en kloppen. Hij benadrukt dat als aardse ouders al goede gaven geven, de hemelse Vader ons des te meer de Heilige Geest zal schenken wanneer we Hem daarom vragen.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend onbeschaamd aandringt, en hem alles geven wat hij nodig heeft.
Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan.
Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt?
Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!’
Van Woord naar leven
HERONTDEKKEN WAT ONS WERKELIJK BEWEEGT
(Bij Gal 3, 1-5 en Lc 11, 5-13)
Velen onder ons kunnen zich vast een moment of periode in hun leven voor de geest halen waarin we ons als het ware ‘be-Geesterd’ voelden. Dat kon gebeuren tijdens een ontmoeting met een inspirerend persoon, een moment van verwondering in de natuur, een intense gebedservaring, of door een boek of film die ons diep raakte. Het was een moment waarin je van binnenuit voelde dat iets je in beweging zette. Dat ‘iets’ bracht je tot een intenser en bewuster leven, gaf je vrede en vreugde, en bracht je dichter bij God. Als christenen erkennen we die innerlijke stuwing als het werk van de Heilige Geest.
Hoe vervullend zo’n ervaring ook kan zijn, de realiteit leert ons vaak dat we na verloop van tijd terugvallen in oude gewoontes. De vlam van de Geest, die ooit zo fel in ons brandde, lijkt langzaam te doven door de drukte van het leven, door zorgen, of door allerlei afleidingen. Dit is precies wat Paulus de Galaten verwijt: ze begonnen met de Geest, maar raakten weer verstrikt in het aardse. Zelfreflectie en inzicht in waar we op dat moment mee bezig zijn (of niet mee bezig zijn), is daarom zo belangrijk.
We moeten af en toe tijd maken om tot dat inzicht te komen – mediterend op de mat, wandelend in de natuur of zittend in de zon op de vensterbank. Ook al ben je op dat moment met jezelf bezig, het is niet egoïstisch. Je moet af en toe diep in je eigen hart kijken, kritisch en open tegelijk. Dit leidt vaak tot innerlijk inzicht en gezond berouw.
Een dergelijk berouw is niet het einde van het verhaal, maar juist een springplank naar bewuster leven; een leven dieper in God. Vanuit het berouw zullen we – als het goed is – terugkeren naar de bron van ons bestaan en het gebed herontdekken als de plek waar alles gegeven wordt, waar ons hart opnieuw ontvankelijk wordt voor de genade die God ons schenken wil. In het gebed zullen we leren dat we niet zelf de scheppers zijn van een goed en vruchtbaar leven, maar dat we dit alles ontvangen. Het goede wordt ons gegeven, en wij mogen ons in die stroom laten zetten door de Geest.
Dit vraagt om nederigheid. Om een houding waarin we ons klein maken, beschikbaar en open voor de Geest, zonder eigen aardse agenda. Jezus nodigt ons vandaag in het evangelie uit om nederig en volhardend te blijven vragen, te zoeken en te kloppen – niet als een teken van zwakte, maar als een teken van vertrouwen. Net zoals aardse ouders hun kinderen het goede geven, zal de hemelse Vader des te meer zijn heilige Geest schenken aan wie Hem daarom vragen – woorden van de Heer vandaag.
Laten we, zowel bij zonneschijn als in de duisternis, volhardend bidden. Laten we bidden met een open en beschikbaar hart voor het vuur van de Geest. Zonder die Geest vervallen we snel in de oude patronen van ons leven. Vanuit het volgehouden dagelijkse gebed zal de Geest ons van binnenuit stimuleren een leven te leiden in diepe verbondenheid met Jezus.
En maak je vooral geen illusies: het aardse zal altijd blijven lokken, maar met de Heer in ons hart zullen we al die verlokkingen de baas kunnen. Ja, wie leeft in verbondenheid met de Heer, zal innerlijke sterkte, vrede en vreugde ervaren; een vreugde die haar wortels heeft in het Pasen van de Heer.
Laten we bidden
Goede God,
U die in ons woont, vernieuw ons hart.
Geef ons de moed om naar binnen te kijken
en ons te openen voor uw Geest.
Moge we, vanuit de Geest,
bidden met vertrouwen.
Vervul ons leven met uw genade.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
Geliefde mensen, moge de heilige Geest ons leven inspireren. Moge ons hart geopend zijn voor Gods stem. Mogen we vreugde vinden in zijn aanwezigheid.
Een gezegende donderdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Herken ik momenten in mijn leven waarin ik me ‘be-Geesterd’ heb gevoeld? Wat bracht die ervaring teweeg?
Ben ik me bewust van de afleidingen die de vlam van de Geest in mij dreigen te doven?
Neem ik voldoende tijd voor zelfreflectie en innerlijk gebed om opnieuw open te staan voor de Geest?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.