donderdag in week 18 door het jaar

De lezingen van vandaag spreken over de trouw van God en de oproep aan ons om die trouw te beantwoorden. In de eerste lezing belooft God een nieuw verbond waarin Hij zijn wet in ons hart schrijft. De psalm smeekt om een zuiver hart, ontvankelijk voor Gods Geest. Het evangelie toont hoe Jezus zijn ware missie openbaart, die door menselijke overwegingen vaak niet begrepen wordt. Samen nodigen deze lezingen ons uit om ons hart te openen voor Gods wil en om in zijn liefde standvastig te blijven.

Uit de profeet Jeremia 31, 31-34

‘De dag zal komen – spreekt de Heer – dat Ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan Ik met hun voorouders sloot toen Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze Mij toebehoorden – spreekt de Heer.
Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de Heer: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de Heer kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt de Heer.
Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.’

Tussenzang: Ps 51, 12-15 + 18-19

Refr.: Schep, o God, een zuiver hart in mij,

Schep, o God, een zuiver hart in mij,
vernieuw mijn geest, maak mij standvastig,
verban mij niet uit uw nabijheid,
neem uw heilige Geest niet van mij weg.

Red mij, geef mij de vreugde van vroeger,
de kracht van een sterke geest.
Dan wil ik verdwaalden uw wegen leren,
en zullen zondaars terugkeren tot U.

U wilt van mij geen offerdieren,
in brandoffers schept U geen behagen.
Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart
zult U, God, niet verachten.

Vers voor het evangelie (cfr Hand 16, 14b)

Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
zodat wij ons kunnen richten
op het woord van uw Zoon.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 16, 13-23

Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’
Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’
Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.
Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Daarop verbood Hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.

Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.
Petrus nam Hem terzijde en begon Hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal U zeker niet gebeuren!’
Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: ‘Ga terug, Satan, achter Mij! Je bent een valstrik voor Me. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat mensen willen.’

Van Woord naar leven

SLEUTELDRAGERS
(Bij Mt 16, 19a)

Jezus zegt tot Petrus: ‘Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven.’ Eerder noemt Hij Petrus de rots waarop zijn kerk gebouwd zal worden, een krachtige metafoor die vaak terecht in verband wordt gebracht met het pausambt, het zogenaamde Petrusambt. Deze symbolische rots biedt een fundament waarop wij mogen bouwen, mits de ambtsdrager een ware volgeling is van de Heer – dienend, barmhartig en voortdurend verwijzend naar God die ons oproept liefhebbende mensen te zijn, in navolging van Christus.

Maar Petrus krijgt dus ook de sleutels van de hemel. Het volksgeloof plaatst hem vaak aan de hemelpoort, beslissend wie er wel of niet binnen mag. Echter, deze sleutels dragen een diepere betekenis dan enkel de toegang tot de hemel bewaken. Ze zijn een symbool voor de verantwoordelijkheid en de macht om te openen wat gesloten is, om te ontsluiten wat verborgen blijft.

In zekere zin zijn we allemaal sleuteldragers in het koninkrijk van God.

Vaak denken we snel dat sleutels bedoeld zijn om deuren op slot te draaien en te houden, om dingen veilig achter ‘slot en grendel’ te bewaren. Hierdoor vergeten we soms dat sleutels ook dienen om te openen. Als volgelingen van Christus zijn we vooral geroepen om deuren te openen – zowel letterlijk als figuurlijk.

Kerken zijn huizen van God op aarde, plekken van samenkomst, gebed en gemeenschap. Het openen van kerkdeuren betekent meer dan de fysieke handeling van een slot ontgrendelen. Het staat symbool voor gastvrijheid, toegankelijkheid en het uitnodigen van mensen om deel te nemen aan het leven van de gemeenschap. Een kerk moet een open plek zijn waar iedereen, ongeacht achtergrond of levenspad, welkom is en zich geliefd kan voelen.

Het koninkrijk van God is niet slechts een toekomstige belofte maar een huidige werkelijkheid die we kunnen ervaren in ons dagelijks leven. Sleuteldragers hebben de taak om dit rijk zichtbaar te maken door daden van liefde, gerechtigheid en barmhartigheid. Door anderen te helpen, voor de zwakken op te komen en rechtvaardigheid na te streven, openen we de poorten naar een wereld waar Gods wil geschiedt.

In een tijd waarin individualisme vaak de boventoon voert, worden we geroepen om onze harten te ontgrendelen voor elkaar. Ware gemeenschap en verbinding ontstaan wanneer we onze muren laten zakken en bereid zijn elkaar werkelijk te zien als kinderen van de Vader. Het openen van harten vraagt moed en kwetsbaarheid, maar het brengt ons dichter bij elkaar en bij God.

Gastvrijheid is een kernwaarde in het christendom. Het openen van onze huizen en harten voor anderen betekent dat we ruimte maken in ons leven voor de ander. Dit kan door een maaltijd te delen, een luisterend oor te bieden of simpelweg aanwezig te zijn. Door dit te doen, weerspiegelen we de liefde van Christus die ons oproept om onze naasten lief te hebben.

Elke sleutel die we ontvangen van God is een uitnodiging tot dienstbaarheid. Het is een oproep om deuren te openen – voor onszelf en voor anderen – en zo de weg naar Gods liefde en genade te ontsluiten. Door deze roeping te omarmen, bouwen we aan een wereld waar het koninkrijk van God zichtbaar wordt in onze daden en relaties. Laten we dus de sleutels die ons gegeven zijn met vreugde en toewijding gebruiken, in de wetenschap dat elke goede deur die we openen ons dichter bij Gods hart brengt.

Laten we bidden

Goede God,
wij danken U voor de sleutels die U ons toevertrouwt, sleutels om deuren te openen en harten te verbinden. Help ons om altijd gastvrij te zijn, om uw gerechtigheid na te streven, en om elkaars lasten te dragen. Laat ons de moed vinden om muren af te breken en oprechte gemeenschap te zoeken. Moge onze daden uw liefde weerspiegelen en uw koninkrijk hier op aarde zichtbaar maken.
In Jezus’ naam.
Amen.

Geliefde mensen, mogen we vandaag als sleuteldragers van Gods koninkrijk de deuren openen die leiden tot liefde in Christus. Moge onze harten zich openstellen voor de vreugde van het dienen én het ervaren van het volle leven dat we in Hem zullen vinden.
Een gezegende dag vol betekenis en verbondenheid!
Van harte, kris


Om mee op weg te gaan

Hoe kan ik vandaag de deur naar Gods liefde openen voor anderen?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.