vrijdag in week 17 door het jaar

Uit de profeet Jeremia 26, 1-9

In het begin van de regering van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia, richtte de Heer de volgende woorden tot Jeremia: ‘Dit zegt de Heer: Ga in de voorhof van mijn tempel staan en spreek tot allen die uit de steden van Juda zijn gekomen om zich in de tempel voor Mij neer te buigen. Zeg hun alles wat Ik je opdraag en laat niets achterwege. Misschien zullen ze luisteren en met hun kwalijke praktijken breken. Dan zal Ik afzien van het onheil waarmee Ik hen wil treffen vanwege hun kwalijke praktijken. Zeg tegen hen: Dit zegt de Heer: Als jullie niet naar Mij luisteren, als jullie de wet niet naleven die Ik je gegeven heb en niet luisteren naar mijn dienaren, de profeten, die Ik telkens weer naar jullie zend, maar voor wie jullie tot nu toe doof waren, dan zal Ik met deze tempel hetzelfde doen als met Silo, zodat alle volken op aarde de naam van deze stad als een vloek zullen gebruiken.’
De priesters, de profeten en alle andere aanwezigen in de tempel hoorden Jeremia deze woorden spreken.
Nadat hij tegen hen gezegd had wat de Heer hem had opgedragen, grepen ze hem vast. ‘Sterven moet jij!’ riepen ze. ‘Hoe durf je in de naam van de Heer te profeteren dat het deze tempel zal vergaan als Silo en dat deze stad een ruïne wordt waar niemand nog zal wonen?’
Al het volk in de tempel liep tegen Jeremia te hoop.

Tussenzang: Ps 69, 5 + 8-10 + 14

Refr.: Groot is uw liefde, God, antwoord mij.

Talrijker dan de haren op mijn hoofd
zijn zij die mij haten zonder reden,
met velen zijn mijn belagers,
mijn vijanden die mij bedriegen.

Teruggeven moet ik
wat ik niet heb geroofd.
Om U moet ik smaad verduren
en bedekt het schaamrood mijn gezicht.

Ik ben voor mijn broers een vreemde geworden,
een onbekende voor de zonen van mijn moeder.
De hartstocht voor uw huis heeft mij verteerd,
de smaad van wie U smaadt, is op mij neergekomen.

En nu, Heer, richt ik mijn gebed tot U,
laat dit een uur zijn van mededogen.
Groot is uw liefde, God, antwoord mij,
toon uw trouw en red mij.

Vers voor het evangelie (Ps 119, 35)

Alleluia.
Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen,
onderwijs uw dienaar in uw wetten.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 13, 54-58

Jezus kwam aan in zijn vaderstad en gaf de inwoners onderricht in hun synagoge, zodat ze stomverbaasd waren en zeiden: ‘Hoe komt Hij aan die wijsheid en hoe kan Hij die wonderen doen? Hij is toch de zoon van de timmerman? Maria is toch zijn moeder, en Jakobus, Josef, Simon en Judas, dat zijn toch zijn broers? En wonen zijn zussen niet allemaal bij ons? Waar heeft Hij dat alles dan vandaan?’ En ze namen aanstoot aan Hem.
Maar Jezus zei tegen hen: ‘Een profeet wordt overal erkend behalve in zijn vaderstad en in zijn eigen familie.’
En Hij verrichtte daar niet veel wonderen, vanwege hun ongeloof.

Van Woord naar leven

OVER ONGELOOF DAT WONDEREN BEPERKT
(Bij Mat 13, 54-58)

Na heel wat rondtrekken en verkondigen komt Jezus vandaag langs zijn eigen erf. Hij komt thuis. Normaal zou je dan denken: Feest, want onze Jezus komt thuis. Maar nee hoor, ze nemen ‘aanstoot’ aan Hem. En wel om dezelfde reden als op andere plaatsen: men accepteerde niet dat Hij in naam van God sprak, vergeving schonk, en wonderen verrichtte. Of anders gezegd: men kon niet geloven dat Hij Gods Zoon was, de verwachte Messias.

Niet thuis kunnen komen in zijn eigen familie … het moet een harde noot zijn geweest voor Jezus.

En wat is het gevolg van het ongeloof van de mensen? Hij kon niet veel wonderen verrichten, zo lezen we. Geloof heeft immers te maken met je hart openen, je ziel geven aan het gebeuren, en je hele zijn toevertrouwen aan wat (aan Wie) er naar je toekomt. Kun je dit laatste niet, uit ongeloof, dan kan het wonder van Gods aanraking, Gods genezing, nauwelijks of niet plaatsvinden.

Daarom is het zo belangrijk de Heer te herkennen als wie Hij is: God die Mens is geworden onder ons; ten volle gelijk aan ons, én helemaal God. En dan kan het wonder geschieden: het wonder van eenwording tussen ons en de Heer, het wonder dat Hij door ons heen kan leven, werken en bidden.

Laten we ons openen voor dit wonderlijke gebeuren, opdat we vanuit een diepe godsontmoeting de dingen mogen doen die we te doen hebben.

Laten we bidden

Heer Jezus,
wij komen naar U met een open hart,
en vragen U om ons te helpen
uw aanwezigheid te herkennen.
Moge de heilige Geest ons bezielen
met de gave van een diep en sterk geloof;
een geloof dat de grenzen
van ons begrip ver overstijgt.
Moge zo uw wonder van liefde
door ons heen gebeuren.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, moge Jezus, God die onder ons mens is geworden, je met zijn nabijheid vergezellen op je levenswandel vandaag.
Genegen, kris


Om mee op weg te gaan

Hoe ervaar ik Jezus in mijn eigen leven? Heeft deze ervaring invloed op mijn denken en handelen?

Welke specifieke wonderen of zegeningen heb ik in mijn leven ervaren? Hoe kan ik deze erkennen en waarderen?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.