zondag 15 door het jaar – B
Uit het profeet Amos 7, 12-15
Het tafereel speelt zich af in het heiligdom van Samaria. Aan de ene kant hebben we een priester, een Samaritaan, een beambte van de officiële godsdienst; aan de andere kant een profeet, een vreemdeling, die het formalisme van de godsdienstige praktijken aanklaagt. Deze profeet wordt uitgenodigd elders te gaan profeteren. Maar hij geeft geen gehoor aan dit bevel, want het komt niet van God.
In die dagen zei Amasja – de priester van Bethel – tot Amos: ‘Ziener, verdwijn! Ga terug naar Juda en verdien daar je brood, ga daar maar profeteren. Hier in Betel mag je niet langer profeteren, want dit is het heiligdom van de koning, dit is de koninklijke tempel.’
Maar Amos antwoordde: ‘Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen leerling van een profeet. Ik ben veeboer en vijgenteler. Maar de Heer heeft me achter mijn schapen vandaan gehaald, en het is de Heer die tegen me heeft gezegd: “Ga naar mijn volk Israël en profeteer daar.’
Tussenzang: Uit ps 85
(tekst onder geluidsfragment)
Refr.: Toon ons, Heer, uw barmhartigheid en schenk ons uw heil.
Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt,
voorzeker een woord van verzoening.
Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen,
zijn glorie komt weer bij ons wonen.
Genade en waarheid ontmoeten elkander,
de vrede omhelst de gerechtigheid.
Waarheid ontspruit uit de aarde,
gerechtigheid ziet uit de hemel neer.
Dan schenkt de Heer ons zijn zegen,
en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan
en voorspoed zijn schreden volgen.
Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 1, 3-14
Paulus ziet Christus als het Hoofd van heel Gods schepping. In Hem wordt niet alleen aan Joden, maar ook aan alle bewoners van de aarde, inclusief heidenen en zondaars, de mogelijkheid geboden om kinderen van God te worden.
Broeders en zusters,
gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons uitgekozen om heilig en zuiver voor Hem te staan, en vol liefde heeft Hij ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om door Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon.
In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed heeft geschonken. Hij heeft ons in al zijn wijsheid en inzicht dit geheim onthuld: zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd, Christus, bijeen te brengen, omdat het Hem behaagde de voltooiing van de tijd te verwezenlijken met Christus.
In Hem heeft God, die alles naar zijn wil en besluit tot stand brengt, ons de bestemming toebedeeld, in overeenstemming met zijn voornemen, dat wij, die reeds onze hoop op Christus gevestigd hebben, zouden bestaan tot eer van Gods grootheid.
In Hem bent ook u, toen u de boodschap van de waarheid hoorde, het evangelie van uw redding – in Hem bent u, toen u tot geloof kwam, gemerkt met het stempel van de heilige Geest, die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die Hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid.
Vers voor het evangelie (Mt 11, 25)
Alleluia.
Ik loof U, Vader,
Heer van hemel en aarde,
omdat U deze dingen
voor wijzen en verstandigen
verborgen hebt gehouden,
maar ze aan eenvoudige mensen
hebt onthuld.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 6, 7-13
Jezus zond de twaalf leerlingen twee aan twee naar de mensen in de wereld. Zij vervulden hun opdracht zonder extra hulpmiddelen; ze waren slechts toegerust met Gods kracht om de geest van het kwaad te overmeesteren.
Jezus riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld in hun gordel, alleen een stok. Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei Hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ En ook zei Hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je weer verdergaat. Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden als getuigenis tegen hen.’
Ze gingen op weg en riepen de mensen op om tot inkeer te komen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.
Van Woord naar leven
VERLIEFD OP VROUWE ARMOEDE
(Bij Mc 6, 7-13)
Jezus droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg.
Hoeveel ballast slepen wij soms wel mee in onze navolging van de Heer, wat ons belet vrij, blij, dankbaar en enthousiast te zijn, gericht op waar het echt om gaat. Nee, we moeten leren arm te zijn in onze navolging van de Heer, zowel op spiritueel vlak als op het gebied van materiële zaken.
We zijn allen kinderen van onze tijd, lees: kinderen van het hebben. Dat is ons zo geleerd, en we voelen ons er goed bij. Een eigen huis, graag ook een auto, en een flink potje spaargeld … dan zijn we goed bezig. En mama en papa zouden fier op ons zijn.
Terwijl het evangelie ons vraagt ons brood te delen met de armen, en niets van wat van ons is als onze eigendom te beschouwen. Meer dan kinderen van het hebben zouden we kinderen van het zijn moeten zijn; kinderen van de Heer, Hem navolgend, aan niets gebonden, delend met hen die minder hebben.
Onze Kerk, zo denk ik, moet (terug) een gemeenschap worden waar meer gedeeld wordt met elkaar en met de armen; véél meer dan we tot nu toe doen. Zoals in haar eerste dagen … Lees het na in de Handelingen.
We horen dat niet graag, het komt lastig over. En toch is dat het evangelie. Niet?
Natuurlijk gaat het ook om spirituele armoede, om alles los te laten wat een belemmering vormt om de Heer te kunnen navolgen: al onze duistere kantjes, onze ego-trekjes, onze zonden (kleine en grote), om vrij en beschikbaar de Heer te kunnen navolgen.
Dit laatste is zo belangrijk. Maar niet genoeg. Denk aan de rijke jongeling. Hij was een prachtige mens, diep gelovig, hij gaf zijn leven voor God en medemens. Maar toen Jezus hem vroeg zijn bezittingen te verkopen om het geld te delen met de armen, ging hij bedroefd heen.
We moeten ons als Kerk durven bezinnen over hoe we omgaan met onze bezittingen.
Laten we verliefd worden, zoals Franciscus van Assisi, op Vrouwe Armoede. Wat zouden we als geloofsgemeenschap weer vrij worden, zoals in de eerste dagen, vol vuur en vlam, aan de kant van de armen, in de armen van de Heer.
Om zo te verkondigen, doorheen daad en woord.
Laten we bidden
Heer,
Schenk ons de moed
om als gemeenschap terug te keren
naar de waarden van de eerste dagen van de Kerk,
waar delen en zorg voor de ander centraal stonden.
Mogen we op deze wijze
uw Blijde Boodschap verkondigen.
In uw naam. Amen.
Geliefde mensen, laat je vandaag leiden door eenvoud en liefde, zodat je, innig verbonden met de Heer, zijn vrede kunt delen met anderen.
Een mooie zondag, kris
Om mee op weg te gaan
Ben ik bereid mijn comfortzone te verlaten om een krachtiger verkondiger van de Blijde Boodschap te worden?
Wat kan ik leren van de eerste Kerk over verkondiging en delen met de armen?
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.