woensdag in week 2 door het jaar
Uit het eerste boek Samuël 17, 32-33 + 37 + 40-51
David, de eenvoudige herder, behaalt de zege met zijn slinger en steen op de Filistijnse reus. In feite waren het zijn geloof en vertrouwen, die hem deze overwinning bezorgden. Zo is David nog steeds een oproep voor ons om op de Heer te vertrouwen.
David zei tegen Saul: ‘We hoeven om die Filistijn toch niet de moed te verliezen, heer. Ik zal met hem het gevecht aangaan.’
‘Maar je kunt hem toch onmogelijk aan,’ wierp Saul tegen. ‘Jij bent nog maar een jongen en hij is al van jongs af aan gewend om te vechten.’
‘De Heer, die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal me ook redden uit de handen van deze Filistijn.’
‘Ga dan,’ zei Saul tegen David, ‘en moge de Heer je bijstaan.’
Hij pakte zijn stok, zocht vijf gladde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af, zijn slinger in de hand. Met zware stappen kwam de Filistijn op David af, voorafgegaan door zijn schildknecht. Hij nam David, een knappe jongen met rossig haar, geringschattend op en zei: ‘Ben ik soms een hond, dat je met een stok op me afkomt?’ En hij vervloekte David in de naam van zijn goden. ‘Kom maar op,’ zei hij, ‘dan maak ik jou tot aas voor de roofvogels en de wilde dieren.’
‘Jij daagt me uit met je zwaard en je speer en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de Heer van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt. Maar vandaag zal de Heer je aan mij uitleveren: ik zal je verslaan en je hoofd afhouwen, en ik zal de lijken van de Filistijnen aan de roofvogels en de wilde dieren ten prooi geven, zodat de hele wereld weet dat Israël een God heeft. Dan zal iedereen hier beseffen dat de Heer geen zwaard of speer nodig heeft om te overwinnen, want Hij is degene die de uitslag van de strijd bepaalt en Hij zal jullie aan ons uitleveren.’
Toen de Filistijn aanstalten maakte om David aan te vallen, was David hem te snel af. Hij rende hem tegemoet, stak zijn hand in zijn tas en haalde er een steen uit, slingerde die weg en trof de Filistijn zo hard tegen het voorhoofd dat de steen naar binnen drong en de Filistijn voorover stortte.
Zo overwon David de Filistijn met een slinger en een steen; hij trof hem dodelijk zonder dat hij daar een zwaard bij nodig had. Hij rende naar de Filistijn toe, boog zich over hem heen en trok diens zwaard uit de schede. Daarmee gaf hij hem de genadestoot en sloeg hem zijn hoofd af.
Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht.
Tussenzang: Ps 144, 1 + 2 + 9 + 10
Refr.: Verheerlijken wil ik de Heer, mijn rots.
Geprezen zij de Heer, mijn rots,
die mijn handen oefent voor de strijd,
die mijn vingers schoolt voor het gevecht.
Mijn toeverlaat, mijn vesting,
de burcht die mij veiligheid biedt,
het schild waarachter ik schuil,
Hij die volken aan mij onderwerpt.
Ik wil een nieuw lied voor U zingen, God,
voor U spelen op de tiensnarige harp,
want U brengt koningen redding,
U hebt David, uw dienaar, bevrijd.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Waarachtig is God in al zijn woorden
en heilig in al wat Hij doet.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 3, 1-6
De Joodse sabbatwet was tot in het kleinste detail streng uitgewerkt. Door op de sabbat te genezen wil Jezus laten zien dat het Hem op de eerste plaats gaat om de mens. Niet de uiterlijke daad is de eerste norm van goed of kwaad, maar wel de innerlijke gesteltenis waaruit zij voortkomt.
Weer ging Jezus naar de synagoge. Daar was iemand met een misvormde hand. Ze letten op Hem om te zien of Hij die op sabbat zou genezen, zodat ze Hem zouden kunnen aanklagen.
Hij zei tegen de man met de misvormde hand: ‘Kom eens naar voren.’
Aan de anderen vroeg Hij: ‘Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of het vernietigen?’
Maar ze zwegen.
Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei Hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’
Hij stak hem uit en zijn hand genas.
De farizeeën vertrokken en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze Hem uit de weg konden ruimen.
Van Woord naar leven
SABBAT: WONDER VAN GODS BARMHARTIGHEID
(Bij Mc 3, 1-6)
Vandaag geneest Jezus iemand met een verschrompelde hand, en nog wel op sabbat. Wat tot grote ergernis leidt bij de farizeeën. Zelfs zó dat ze overleggen hoe Hem uit de weg te ruimen.
De farizeeën hadden geen oog en geen hart voor het leed van de man. Wat ze enkel voor ogen hadden was het onderhouden van de zogenaamde sabbatswet. Jezus doorbrak deze halsstarrigheid en gaf doorheen de genezing van de man een totaal nieuwe invulling aan de sabbat.
Wat is de betekenis van de sabbat? Is dat voor de Joden op zaterdag enkel je gebeden doen en verder geen arbeid verrichten? Zelfs al appeleert het leven je om iemand concreet lief te hebben? Betekent het voor de christen enkel op zondag naar de eucharistieviering gaan en verder niets doen?
Laat ons dieper kijken, en wel vanuit het genezingsverhaal van vandaag.
Wat Jezus hier toont met de genezing van de man met de verschrompelde hand is het binnendringen van de sabbat in het leven van de mens: doorheen de genezing bereikt de schepping haar ware voltooiing. Iedere keer wanneer de barmhartigheid en de redding van God het leven van de mensen raakt, wordt de sabbat van God vervult; het feest van de volheid van het leven.
En dáárom gaan katholieken op zondag naar de Mis: om zich – als gemeenschap – te laten aanraken door de Heer. In het aanraken, in de godsontmoeting, manifesteert zich de ware inhoud van de sabbat: God die de mensheid omhelst met zijn barmhartigheid. Dit wonder toelaten is de kern van wat wij ‘aanbidding’ noemen, of het ‘eerbiedigen van de sabbat’.
De sabbat is er immers voor de mens, en niet de mens voor de sabbat (Mc 2, 27).
Vanuit dit gebeuren mogen wij dan – in diepe verbondenheid met de Heer – anderen aanraken; op welke wijze ook. Zodat Gods barmhartigheid stroomt door onze levens heen als een reusachtige meander die in staat is grote dorre vlakten om te buigen naar uitgestrekte groene weiden waar het goed is om leven.
Laten we bidden
Vader,
wij danken U
om het wonder van uw barmhartigheid:
uw komen in Jezus Christus.
Mogen wij, op onze beurt,
verenigd met Hem,
uw lied van barmhartigheid
uitzingen naar allen die wij ontmoeten.
Moge zo de sabbat
ten diepste geëerd worden.
In Christus, onze Heer.
Amen.
Een toegewijde woensdag.
Alle Goeds,
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Na ‘goedkeuring’ (er bevinden zich wel eens kapers op de kust) worden de reacties geplaatst.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.