zaterdag in week 34 door het jaar
Uit het boek Daniël 7, 15-27
Als de Mensenzoon de heerschappij van de Allerhoogste heeft ontvangen draagt Hij die over aan zijn volk. Christus wordt dan in de volle zin van het woord de leider ervan en ‘alle machten zullen Hem dienen en gehoorzamen’.
‘Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn gemoed geraakt; de beelden die door mijn hoofd gingen brachten mij in verwarring. Ik wendde me tot een van de omstanders en vroeg hem naar de ware betekenis van dit alles. Hij gaf mij deze verklaring: “Die grote dieren, vier in getal, duiden op vier koningen die uit de aarde zullen opkomen. Daarna zullen de heiligen van de Allerhoogste het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap altijd behouden – voor eeuwig en altijd.”
Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat anders was dan alle andere, buitengewoon angstaanjagend met zijn ijzeren tanden en bronzen klauwen, dat alles vrat en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrapte; en de betekenis van de tien hoorns op zijn kop en van de nieuwe hoorn die opkwam, waarvoor er drie moesten wijken – de hoorn met ogen en een mond vol grootspraak die er groter uitzag dan de andere. Ik had immers gezien hoe die hoorn strijd voerde tegen de heiligen en hen overwon, totdat de oude wijze kwam, er recht werd verschaft aan de heiligen van de allerhoogste God en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit kregen.
Hij zei: “Dat vierde dier duidt op een vierde koninkrijk dat op aarde zal komen, anders dan alle andere koninkrijken, en dat de hele aarde zal verslinden, vertrappen en vermorzelen. Die tien hoorns duiden op tien koningen die uit dat koninkrijk zullen opstaan, maar na hen zal een andere opstaan, anders dan alle vorige, en deze zal drie koningen ten val brengen. Hij zal een grote mond opzetten tegen de allerhoogste God, en de heiligen van de Allerhoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feestdagen en hun wet te veranderen, en zij zullen aan hem overgeleverd zijn voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd. Dan zal het hof plaatsnemen en zal hem zijn heerschappij ontnomen worden, hij zal voor eeuwig verdelgd en vernietigd worden. Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Hun koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hen dienen en gehoorzamen.”’
Dan. 3, 82-87
Refr.: Nederigen van hart, prijs de Heer.
Mensen, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Israël, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Priesters, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Tempeldienaars, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Geest en hart van de rechtvaardigen, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Al wie nederig is en God vereert, prijs de Heer,
bezing en verhoog Hem in eeuwigheid.
Vers voor het evangelie (Lc 21, 28)
Alleluia.
richt je op en hef je hoofd,
want jullie verlossing is nabij.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 21, 34-36
Jezus’ woorden over de eindtijd zijn een oproep tot voortdurende waakzaamheid om ‘stand te mogen houden voor het aangezicht van de Mensenzoon’. Om oog te hebben voor zijn nabijheid midden onder ons.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt, onvoorspelbaar als een val die dichtklapt. Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen. Wees waakzaam en bid onophoudelijk dat je kracht ontvangt om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen.’
Van Woord naar leven
HET KOMEN VAN HEM EN VAN ONSZELF
Beste mensen, op het einde van het kerkelijk jaar is de toon van de lezingen zwaarder dan daarna wanneer we met de advent, die morgen begint, aan een nieuwe cyclus beginnen. Eigenlijk is het beleven van die zwaarte een proces dat in mensenlevens ook gebeurt, al is het niet helemaal vergelijkbaar. Het valt echter wel eens samen. Vaak zijn mensen eerder depressief in het late najaar, dan op andere tijden. Ook in noordelijke landen waar het in de winter vroeger donker is en waar het ook langer donker blijft dan bij ons, komt psychische duisternis regelmatig voor.
Gaat het over onze psyche in dit evangelie? Nee, het gaat over meer. Lucas schrijft over de eindtijd, de tijd van de uiteindelijke voltooiing.
Hoe verlangt een hele wereld niet naar verlossing na tijden waarin er zoveel beproevingen tegelijk de mensen teisteren, louteren, soms tot wanhoop brengen? We hoeven de krant maar open te slaan of de tv te bekijken om het nieuws in alle hevigheid als een daverende stortbui over ons heen te laten komen, zonder ertegen beschermd te zijn. Dat er meer is dan ellende kunnen we soms bijna niet meer geloven. En toch: het woord evangelie betekent blijde boodschap. Durven we ons open te stellen voor die blijde boodschap en durven we daarin te geloven nu de realiteit ons allesbehalve blij maakt? We mogen immers onze ogen er niet voor sluiten. Zelfs Jezus, en juist Jezus had met grimmigheden te maken, meer dan wie ook. Soms willen we misschien al die nare beelden niet zien, en verdwijnen we van het toneel om ons te voegen in de wereld van ontspanning, plezier, leuke hobby’s, feestjes. Dat kan ons helpen om op andere momenten de zwaarte weer aan te kunnen. Dat is oké als het uiteraard binnen de grenzen blijft. Maar, het verandert de realiteit maar even.
Vandaag krijgen we de waarschuwing dat we de ernst van het leven zoals het is, niet in de ‘diepvries’ moeten leggen. Het is namelijk zo dat we die ernst eigenlijk liever willen vergeten op dit moment. We worden echter opgeroepen om klaarwakker in het leven te staan, het leven zoals het nu is. De bemoediging die we daarvoor nodig hebben kómt, zoals de zon elke morgen weer zijn best doet zelf wakker te worden. Ook de zon heeft er strijd mee, maar er gaat geen dag voorbij zonder dat hij er is, al verschuilt hij zich regelmatig.
Morgen begint de Advent. Dat woord komt uit het Latijn en betekent Komst.
Als leidraad nemen we dit jaar: KOM, GA HEM TEGEMOET. Deze woorden zijn we een paar weken geleden tegengekomen in de evangelielezing over de tien meisjes met de olielampjes. De beweging van het wederzijds ‘komen’, is de rode draad in de aanstaande adventsweken.
Laten we bidden
Goede God en Vader,
we willen er klaar voor staan
met lampen en olie
om voorbereid te zijn
op de komst van uw Zoon.
Hij is al gekomen, lang geleden,
maar Hij komt telkens opnieuw
met zijn gaven
en vooral met zichzelf,
als degene die naar mensen omziet
en nabij wil zijn in onze levens.
Hij zal komen en Hij verwacht ons.
We vragen uw zegen voor deze bezinningstijd
door Hem die komen zal.
Amen
Beste mensen, zet je lampen maar klaar, en daarbij ook de olie die je niet wil vergeten!
Ricky
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.