maandag in week 30 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 8, 12-17

Wanneer wij in alle eerlijkheid in onszelf kijken moeten wij bekennen dat ieder van ons niet vrij is van de zonde. Allen hebben wij dagelijks vergiffenis nodig. Het is dankzij de liefde van de Geest dat de Vader in de Zoon die vergeving kan schenken. Door die Geest zijn wij dan ook kinderen van God en kunnen wij vol vertrouwen tot de Vader bidden.

Broeders en zusters,
we zijn niet langer gebonden aan het aardse, om volgens aardse maatstaven te leven. Als u wel zo leeft, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige praktijken doodt door de Geest, zult u leven. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. En als we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen: erfgenamen van God, samen met Christus. Want wij delen in zijn lijden om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister.

Psalm 68, 2 + 4 + 7 + 20 + 21

Refr.: Onze God is een reddende God.

God staat op,
zijn vijanden stuiven uiteen,
zijn haters vluchten als Hij verschijnt.

Maar de rechtvaardigen verblijden zich,
zij juichen als God verschijnt,
uitgelaten van vreugde.

God geeft eenzamen een thuis
en gevangenen vrijheid en voorspoed.
Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond.

Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt ons en redt ons. 
Onze God is een reddende God,
bij God, de Heer, is bevrijding uit de dood.

Vers voor het evangelie (Ps 119, 16)

Alleluia.
Ik verheug mij in uw wetten, Heer,
uw woord zal ik niet vergeten.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 13, 10-17

Voor goedheid zonder maat staat iedereen perplex. De genezing van een vrouw die reeds achttien jaar ziek was, is zo een blijk van Jezus goedheid zonder maat. Jezus doorbreekt alle hindernissen van de wet op de Sabbat. Alleen goedheid telt.

Jezus gaf op sabbat onderricht in een synagoge. 
Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. 
Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ 
Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, dan niet op sabbat uit deze boeien worden losgemaakt?’ 
Toen Hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door Hem werden verricht.

Van Woord naar leven

OPSTAAN IN CHRISTUS
(Bij Lc 13, 10-13)

Een vrouw, bezeten door een geest die haar ziek maakte. Daardoor helemaal krom gebogen en niet meer in staat rechtop te staan. Deze vrouw staat als symbool van wie wij vaak zijn. Achttien jaar (lees: een hele tijd) in de macht van een geest die ons ziek maakt, zodat we er innerlijk door ontwricht raken, totaal krom gebogen.
Waardoor word ik innerlijk beheerst? Door wat laat ik mij leiden in mijn leven? Wat zijn mijn innerlijke slavernijen? Wat is mijn zondige zwakheid?
Laat ons – in gebed – heel bewust, onze gebrokenheid onder ogen zien. Wat doet mij naar beneden buigen?

Gelukkig – ja God zij dank – mogen wij delen in het heil dat de vrouw uit het evangelie ten deel viel. Ook wat dit betreft staat zij als symbool voor ons leven. Namelijk het feit dat Jezus haar bij zich riep. Dat doet Hij ook aan ons adres. Hij roept ons bij Hem te komen. Dat doet Hij niet ondanks onze zwakheid maar omwille van onze zwakheid.

Ik mag mijn gebrokenheid bij Jezus neerleggen, het toevertrouwen aan Hem. Tot ieder van ons zal Hij zeggen: ‘Kom allen bij Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven’ (Mt 11, 28). Hij is bij machte mijn lasten van mij af te nemen, mijn boeien los te maken, mij ten diepste innerlijk te bevrijden.

Slechts één zaak moeten we doen: Ingaan op zijn uitnodiging om naar Hem toe te gaan. Anders gezegd: de keuze maken om biddend aan zijn voeten – bij wijze van spreken – neer te knielen, onze handen en hart geopend. De tijd van het gebed koesteren. Alsook de stilte. Niet onmiddellijk heel je gebedstijd vol proppen met allerlei gebedjes en lofzangen vanuit boekjes. Vanuit het ‘kant en klare gebed’ de stilte in. Zwijgend. Jezus bij jou laten zijn en jij bij Hem. Laat je door Hem omarmen. Heet Hem welkom in je zwakheid, je gebrokenheid, je gekwetstheid. En laat je helen. Drink van zijn genade. Ween als er tranen komen, glimlach als dit je gegeven wordt. Maar wees vooral oprecht bij Hem.
Laat je optillen, je gebogenheid achterlatend. Laat Hij je nieuw maken. Laat het een feest van barmhartigheid zijn. Zijn Pasen in jou.

En ga dan het leven in. Naar de mensen jou toevertrouwd. Ga naar je werk, je huishouden, je bezigheden. En bemin. Ja … bemin … opgestaan in Hem.

Laten we bidden

Heer Jezus,
wij danken U dat U ook ons
roept naar U toe te komen.
Leg uw hand op ons leven,
maak onze boeien los,
geef ons uw vrede.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Ik wens ieder van u een diepe en innige godsontmoeting toe.
Met een genegen groet,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.