dinsdag in week 27 door het jaar

Uit het boek Jona 3, 1-10

Jona vlucht niet langer voor God. Zijn prediking in de heidense stad Nineve had onmiddellijk tot gevolg dat de inwoners geloven in God en bekeren zich.

Opnieuw richtte de Heer zich tot Jona: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen met de woorden die Ik je zeg.’
En Jona maakte zich gereed en ging naar Nineve, zoals de Heer hem had opgedragen.
Nineve was een reusachtige stad, ter grootte van drie dagreizen. Jona trok de stad in, één dagreis ver, en riep: ‘Nog veertig dagen, dan wordt Nineve weggevaagd!’
De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed.
Toen de profetie de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond zitten. En hij liet in Nineve omroepen: ‘Volgens bevel van de koning en zijn edelen is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier, rund noch schaap of geit. De dieren mogen niet grazen of water drinken. Iedereen, mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen. Laat iedereen breken met zijn kwalijke praktijken en met het onrecht dat hij doet. Misschien dat God dan van gedachten verandert en afziet van zijn voornemen; wie weet zal Hij zijn woede laten varen, zodat wij niet te gronde gaan.’
Toen God zag dat zij inderdaad braken met hun kwalijke praktijken, zag Hij ervan af hen te treffen met het onheil dat Hij had aangekondigd, en Hij deed het niet.

Psalm 130, 1 + 2 + 3 + 4 + 7 + 8

Refr.: Als U de zonden blijft gedenken, Heer, Heer, wie houdt dan stand?

Uit de diepte roep ik tot U, Heer,
Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig,
luister naar mijn roep om genade.

Als U de zonden blijft gedenken, Heer,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij U is vergeving,
daarom eert men U met ontzag.

Israël, hoop op de Heer!
Bij de Heer is genade,
bij Hem is bevrijding, altijd weer.
Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.

Vers voor het evangelie (Ps 119, 105)

Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voet,
een licht op mijn pad.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 10, 38-42

Marta loopt verloren in duizend zorgen van bijkomstige aard. Maria is een voorbeeld van zuivere aandacht voor het Woord. Jezus herinnert Marta dat niet alles evenveel waarde heeft; eerst komt het Rijk van God.

Toen ze verder trokken ging Jezus een dorp in, waar Hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zus, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten.
Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’
De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je druk over zoveel dingen. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het juiste gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Van Woord naar leven

EN HIJ DEED HET NIET
(Bij Jona 3)

Dag beste mensen, in het verhaal van Jona, waar we vandaag het tweede deel, hoofdstuk 3, uit lezen, hoorden we gisteren al dat Jona zijn roeping ontwijkt en met een boot de andere kant uit gaat, maar dat de hevige storm daar een stokje voor steekt. Om kort te gaan, hij wordt als ‘schuldige’ overboord gegooid, komt in de grote vis terecht, wordt na drie dagen weer uitgespuwd en moet alsnog zijn taak die hij wilde ontwijken, volbrengen: de stad Nineve aanklagen om hun zondige leven en oproepen tot bekering. Opdracht van God. Jona kan er niet onderuit. Dus hij verkondigt: Nog veertig dagen, dan wordt Nineve weggevaagd. Dat is profetentaal, in naam van God, dat wel. Jona gelooft niet in die bekering.
Nineve is een stad uit Assyrië. In elk geval zijn de inwoners allerminst vrienden van hem.

Het niet verwachte gebeurt. De inwoners gaan en masse in zak en as, de koning voorop, en zelfs de dieren doen mee. Prachtige beeldtaal die (onmogelijke) overdrijving. Ze menen het van ganser harte, en denken: Misschien dat God dan van gedachten verandert en afziet van zijn voornemen; wie weet zal Hij zijn woede laten varen, zodat wij niet te gronde gaan.

Wonderlijk wat er toen gebeurde. God zag er inderdaad vanaf toen het hele volk zich bekeerde. Hij vaagde de stad niet weg.  Hij deed het niet.

Zover vandaag. We hebben misschien onze bedenkingen rond het gegeven dat God berouw kan hebben, en van gedachten kan veranderen over iets wat Hij eerst wilde doen, en waar Hij later toch weer anders over denkt?

Wispelturig kunnen ónze verwachtingen zijn en ónze beloftes, wispelturig kan óns gedrag zijn: de ene keer willen we iets, maar een volgende dag zien we er weer vanaf. Maar van God kun je toch geen wispelturigheid verwachten! Hij weet echt wel wat Hij doet.

In het Oude Testament komt het regelmatig voor dat God spijt heeft van iets wat Hij eerder wilde.
Het is goed om te horen dat God flexibel is. Bij God heeft het niets met wispelturigheid te maken, nee juist met trouw aan zijn eigen wezen. Hij die enkel goedheid is, en met de mens een Verbond heeft gesloten, Hij houdt zich aan dit Verbond, ook als de mens verkeerde wegen gaat, en het geluk eigenlijk verspeeld heeft. Maar als God dan ziet hoe het volk tot inkeer komt is Hij de Vader die zijn ‘verloren’ kinderen weer opnieuw in zijn liefde wil omarmen. Hij is juist trouw aan zichzelf als Hij zich niet houdt aan zijn eerder gesproken woord. Ja, God kan ‘berouw hebben’!

En wij, hoe gaan we om met een ernstig conflict waarin we vinden dat de ander ons lomp of onheus behandeld heeft en wij hem/haar alleen maar het kwade toewensen, of hem/haar nooit meer willen zien?  Zijn we in staat onze houding bij te stellen als die ander zijn of haar gedrag verandert? Hebben we de moed om weer opnieuw royaal te zijn naar de ander?
Of omgekeerd: we beloven iemand iets en vervolgens doen we het niet. Waarom niet? Het kunnen schijnredenen zijn, tijdgebrek, of niet voldoende aandacht voor die betreffende persoon. Of slordigheid, onzorgvuldigheid, of toch nog verborgen boosheid.
Het heeft allemaal met zuivering van relaties te maken. Bijstellen is geen schande. In de Bijbel geeft God het voorbeeld.

Laten we bidden

God, goede Vader,
in het verhaal van Jona zien we
hoe U flexibel bent ten aanzijn van ons, mensen.
U gunt niemand het kwade
en bent altijd bereid
terug te komen op een situatie
die storend was in relatie tot U.
We mogen altijd opnieuw beginnen.
We danken U daarvoor,
en kijkend naar U,
leren we flexibel te zijn
ten opzichte van anderen,
door de kracht en het voorbeeld van Uzelf
en door Jezus, Uw Zoon, en onze Broeder.
Amen

Beste mensen, herkennen we de Jona in onszelf, en kennen we ook de liefde van God die groter is dan de Jona in onszelf?
Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.