Lezingen van de dag – vrijdag 16 okt. 2015
VRIJDAG IN WEEK 28 DOOR HET JAAR
Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 1-8
Wanneer Paulus de eerste christenen tracht duidelijk te maken wat geloven is, verwijst hij naar het geloof van Abraham. Onze godsdienst is immers geen systeem dat keurig omschrijft en bepaalt wat geloven is. Het is veeleer een ontmoeting met een persoonlijke God waarvoor men zich persoonlijk inzet.
Broeders en zusters,
wat moeten wij nu zeggen over onze stamvader Abraham? Indien hij als een rechtvaardige zou zijn aangenomen op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God, want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’
Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht. Maar iemand zonder verdienste, die echter vertrouwt op Hem die de schuldige vrijspreekt, wordt vanwege zijn vertrouwen rechtvaardig verklaard. Zo prijst ook David de mens gelukkig die door God rechtvaardig wordt verklaard zonder dat hij enige verdienste heeft: ‘Gelukkig is de mens wiens onrecht is vergeven, wiens zonden zijn bedekt; gelukkig is de mens wiens zonden de Heer niet telt.’
Psalm 32, 1 + 2 + 5 + 11
Refr.: Verheug u in de Heer, rechtvaardigen, en juich !
Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven,
van wie de zonden worden bedekt.
Gelukkig als de Heer zijn schuld niet telt,
als in zijn geest geen spoor van bedrog is.
Toen beleed ik U mijn zonde,
ik dekte mijn schuld niet toe,
ik zei: ‘Ik beken de Heer mijn ontrouw’,
en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld.
Verheug u in de Heer,
rechtvaardigen, en juich,
zing het uit,
allen die oprecht zijn van hart.
Uit het evangelie volgens Lucas 12, 1-7
Als de indruk die mensen op anderen maken goed is, lijkt hen alles in orde. Wat zullen ze wel denken van mij als dat moest uitkomen… Ze zorgen er voor dat het niet uitkomt, en denken dat ze dan verder kunnen. Zo bedriegen ze zichzelf, want niets blijft verborgen. Ze zijn wat ze zijn, en wat anderen daarover denken verandert hen niet.
Er had zich zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar Jezus richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de Farizeeën. Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Alles wat jullie in het duister zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal vanaf de daken bekend worden gemaakt.
Tegen jullie, mijn vrienden, zeg Ik: wees niet bang voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn. Ik zal jullie zeggen voor wie je bang moet zijn. Wees bang voor Hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar ook in de Gehenna te werpen. Ja, Ik zeg jullie, wees bang voor Hem!
Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten. Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld. Wees niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.’
Van Woord naar leven
Wie zijn we ?We zijn niet hen die de mensen denken dat we zijn. Dikwijls zijn we zelfs niet hen die we van onszelf denken dat we zijn. We zijn enkel wat we zijn in de ogen van God; niet meer, niet minder.Dat je voorkomen, je daden, je woorden, wat je schrijft, de indrukken die je nalaat, enz... een afspiegeling zouden van wie je echt bent is dus niet persé waar. Nochtans gebruiken we dikwijls deze dingen om bij de mensen 'goed' over te komen. We hechten daar toch zoveel belang aan. Sommigen van ons gaan er zelfs zeer slaafs mee om; ze leven er als het ware voor.Wie zo leeft gaat naast zichzelf. Hij gaat een totaal andere weg dan de weg die God met hem wil gaan. Deze mens maakt het zichzelf moeilijk. Hij plaatst zich in een soort identiteitscrisis die hij voedt door die mens te zijn die hij niet is.We zullen onze ware identiteit vinden in Christus. Hij zal ons brengen op de weg die God wil dat wij gaan. Jezus zal deze weg mét ons gaan, verenigd met ons diepste zijn, en wij mét Hem.Dit vraagt een zeer innige relatie met de Heer, een overgave aan zijn inwoning in ons, een toewijding aan zijn leven in ons. Het vraagt een innig gemeend gebedsleven, een werkelijk 'kijken' naar de Heer, Hem welkom heten als het levend hart van je bestaan.Het is kijken in de spiegel van het evangelie; het gelaat van Jezus. Het is je laten opnemen in de communie die je dagelijks of wekelijks ontvangt. Het is je laten onderdompelen in zijn liefde voor jou. Het is je laten bevruchten door God zelf.Langzaam maar zeker, in een nederig en diep geloof, zullen we op deze wijze onze ware identiteit ontdekken: ons geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis. En wie deze diepe identiteit van harte bemint, zal deze ook vlees en bloed kunnen laten zijn in het dagelijks leven: in onze relaties met mensen, in ons doen en laten. We zullen drager én uitdrager zijn van Gods diepe vrede.Gedaan met ons op een bepaalde wijze voordoen opdat anderen een goed gedacht van ons zouden hebben. Gedaan met dingen te doen om door anderen geprezen te worden. Geen schijnheiligheid meer, gedaan met de leugen. Maar enkel die mens zijn die God met jou wil zijn; niet meer, niet minder.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.Laten wij bidden
Heer, verenig U met ons, help ons ons te verenigen met U. Geef dat deze diepe intimiteit ons mag brengen op de weg die God met ons wil gaan. Neem alle schijnheiligheid van ons weg, maak ons bewust van elke leugen. Help ons te leven vanuit ons meest waarachtige 'ik'; een leven in U, door U, met U. Kom Heer Jezus, kom. Alle dagen van ons leven. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.