Sacramentsdag – A

Hoogfeest

Uit het boek Deuteronomium 8, 2-3 + 14b-16a

Het verblijf in de woestijn was voor Israël de gelegenheid om zich bewust te worden van het levende en persoonlijke karakter van zijn Verbond met God. Door de gave van het manna te ontvangen, ontdekt het volk zijn ware honger, die alleen gestild kan worden door het Woord van God.

Mozes sprak tot het volk:
‘Denk aan de tocht die de Heer, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u laten buigen voor zijn macht en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. Hij hééft u voor zijn macht laten buigen: Hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte Hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de Heer voortbrengt.
Was Hij het niet die u uit de slavernij in Egypte bevrijdde; die u veilig door die grote, verschrikkelijke woestijn leidde, dat dorre land waar geen water te vinden is en waar giftige slangen en schorpioenen huizen; die voor u water liet ontspringen uit de steenharde rots; die u in de woestijn manna te eten gaf, voedsel dat uw voorouders nog nooit hadden gezien?’

Gezongen antwoordpsalm 147

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Loof de Heer, Jeruzalem, Sion, verheerlijk uw God!

Loof de Heer, Jeruzalem,
Sion, verheerlijk uw God!
Want Hij heeft uw poorten stevig gegrendeld,
uw kinderen heeft Hij gezegend in U.

Hij laat u in vrede uw land bewonen,
en voedt het met tarwebloem.
Hij zendt zijn bevel uit over de aarde
en haastig rept zich zijn woord.

Hij is het die Jakob zijn woord heeft gezonden,
zijn wet en geboden voor Israël.
Nooit was er een volk dat Hij zo heeft behandeld,
Hij maakte geen ander zijn wegen bekend.

Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 10, 16-17

Christenen mogen niet offeren aan de afgoden van de wereld. Zij hebben het Bloed van Christus, dat hen heeft gered, en het enige brood van het leven, dat hun eenheid uitmaakt.

Broeders en zusters,
laat de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet delen in het bloed van Christus? Laat het brood dat wij breken ons niet delen in het lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood. 

Vers voor het evangelie (Joh 6, 51a)

Alleluia.
Ik ben het levende brood
dat uit de hemel is neergedaald;
wanneer iemand dit brood eet
zal hij eeuwig leven. 
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 6, 51-58

In het licht van de Pinkstergeest en het eucharistisch leven van de eerste Kerk, denkt Johannes na over het onderricht van Jezus. Hij gaf zich geheel aan de wereld: in de verkondiging, op het kruis, in het teken van brood en wijn. Hij is ons Leven en het onderpand van onze verrijzenis.

In die dagen sprak Jezus:
‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’
Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’ 
Daarop zei Jezus: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag laten opstaan. Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik blijf in hem. De levende Vader heeft Mij gezonden, en Ik leef door de Vader; zo zal wie Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’

Van Woord naar leven

GEGEVEN LEVEN

Als ik naar de eucharistie kijk, dan denk ik altijd: ‘God, wat bent U toch groot in uw creativiteit’. In dat kleine stukje brood komt Hij immers in zijn Zoon tot ons: zicht- en tastbaar. Prachtig toch! Net zoals  toen op die Goede Vrijdag en die heerlijke Paasochtend geeft Jezus zich in de eucharistie opnieuw aan de wereld, aan ieder van ons. We mogen naar Hem kijken, Hem aanbidden, Hem tot ons nemen. Wat een vereniging!
Er zijn geen woorden voor.

Moge ons leven een eucharistisch leven zijn, in eenheid met de Heer gegeven voor de wereld. Moge de eucharistie ons tot mensen maken getekend door Gods liefde; zijn vrede uitdragend, zijn goedheid leggend in al wat we doen.

Laat ons van de eucharistie houden. Jezus houdt ook van ons. Moge deze wederzijdse liefde ons tot dankbare, blijde en gegeven christenen maken.

Laten we bidden

Goede God,
in uw onmetelijke creativiteit
schenkt Gij uw Zoon
blijvend aanwezig
in de heilige eucharistie.
Geef ons een grote liefde,
en een geest van diepe aanbidding
voor dit hemels geschenk.
Schenk ons de genade
een eucharistisch leven te leiden,
door vanuit Christus
een totaal gegeven liefde te zijn
voor allen en alles.
In zijn naam.
Amen.

Een gezegend hoogfeest,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.