vrijdag in week 1 van de veertigdagentijd
Uit de profeet Ezechiël 18, 21-28
De profeet Ezechiël wijst op onze mogelijkheden: God wil niet de dood, maar het leven. Zondigheid voert tot de dood, gerechtigheid tot het leven. Wij kunnen daar echter zelf iets aan veranderen. Want God wil niet de dood door de zonde, maar het leven door onze bekering.
Zo spreekt God de Heer:
Als een slecht mens zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn bepalingen en handelt naar recht en gerechtigheid, zal hij zeker in leven blijven en niet sterven. De misdaden die hij heeft begaan zullen hem niet worden aangerekend; vanwege zijn rechtvaardige daden zal hij in leven blijven. Denken jullie dat Ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de Heer. Nee, Ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft.
En een goed mens die zich niet langer rechtvaardig gedraagt maar onrecht doet en alle wandaden begaat van een slecht mens – moet die in leven blijven? Al zijn goede daden zullen niet meer tellen; omdat hij Mij ontrouw is geworden en zonden heeft begaan, zal hij sterven.
Nu zeggen jullie: “De weg van de Heer is onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben Ik het die onrechtvaardig is? Zijn het niet juist júllie wegen die onrechtvaardig zijn? Een goed mens die zich niet langer rechtvaardig gedraagt maar onrecht begaat, zal sterven; hij sterft omdat hij onrecht heeft begaan. Een slecht mens die zich afkeert van zijn goddeloze levenswijze en voortaan handelt naar recht en gerechtigheid, zal in leven blijven. Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker in leven blijven en niet hoeven sterven.
Psalm 130, 1-8
Refr.: Mijn ziel ziet uit naar de Heer.
Uit de diepte roep ik tot U, Heer,
Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig,
luister naar mijn roep om genade.
Als U de zonden blijft gedenken, Heer,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij U is vergeving,
daarom eert men U met ontzag.
Ik zie uit naar de Heer,
mijn ziel ziet uit naar Hem
en verlangt naar zijn woord,
mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.
Israël, hoop op de Heer!
Bij de Heer is genade,
bij Hem is bevrijding, altijd weer.
Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.
Vers voor het evangelie (Joël 2, 13b)
Keer terug tot de Heer, jullie God,
want Hij is genadig en liefdevol.
Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 20-26
Het ideaal dat Christus voorhoudt in zijn Bergrede eist meer dan uiterlijke prestaties: geduld voor elkaar, respect voor ieder, echte vergevingsgezindheid. Dan eerst kunnen we samen het offer opdragen.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.
Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” Dit zeg Ik daarover: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie hen voor nietsnut uitmaakt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster jou iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.
Van Woord naar leven
Daar ook de psalmen Gods Woord zijn, wil ik mij vandaag – samen met u – verdiepen in het laatste psalmvers dat we vandaag bidden in de tussenzang.
Israël, hoop op de Heer!
Bij de Heer is genade,
bij Hem is bevrijding, altijd weer.
Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.
Israël …
Wij, u en ik, de Kerk als gemeenschap, iedere christen, en in wezen iedere mens, is het ‘nieuwe Jeruzalem’, het ‘nieuwe Israël’. En dit om de eenvoudige reden dat God – in Christus – zijn Rijk van liefde en vrede begint in ieders mensenhart, en wel door zijn inwoning. Dit met de bedoeling dat wij, verenigd met Hem, dit rijk gestalte geven, wat zich mag en zal uiten in ons gebedsleven, onze wijze van zijn, onze visie op de wereld, onze goede daden naar anderen toe. Moge ons hart zich dankbaar stemmen om deze uitverkiezing van God aan het adres van ieder van ons.
… hoop op de Heer!
Hopen is niet enkel een soort passief verlangen naar iets dat we wensen, het is veeleer een actief waakzaam-zijn voor datgene wat zich aan ons aanbiedt. Christelijke hoop is een gerichtheid van het hart, een wakkere houding naar Hem toe die zich reeds heeft aangediend. We moeten niet wachten tot Christus in en onder ons aanwezig komt. Hij is er reeds. Weet je wel … Midden onder U staat Hij die Gij niet kent…
Hoop is dus niet wachten, maar eerder omhelzen, verlangend naar de levengevende genade die ons reeds geschonken is.
Bij de Heer is genade …
God is geen levenloos iets. Hij leeft en schenkt, Hij is er en biedt aan. God is liefde, en daar liefde nooit passief is, is God ten allen tijde gevend aanwezig. Hij deelt mee, Hij geeft zichzelf, Hij neemt op. Onze roeping is deze stroom in onszelf, in de Kerk, in de gemeenschap, in ons gezin,… te laten gebeuren. Wie in nederigheid dit schoon en edel gebeuren toelaat is – net zoals Maria – vol van genade. Het is de Geest die waait, de Geest die doet verlangen, de Geest die binnenvoert in Christus. Deze heilige Wind, deze Adem Gods, doet ons leven, en wel ten volle. En dát is geen maaksel van mensen, maar puur geschenk van God. Ja, bij de Heer is genade.
Bij Hem is bevrijding, altijd weer. Hij zal Israël bevrijden uit al zijn zonden.
Ook al beweert ‘de wereld’ vaak het tegengestelde: enkel de Heer kan ons bevrijden en ons ten diepste redden. We mogen nog zoveel energie en tijd steken in zogenaamde zelfontplooiing … enkel de Heer zal – doorheen zijn genade – de leugen transformeren tot waarheid. Hij kijkt er niet enkel op toe, Hij komt er ook in aanwezig, en wel ‘door medelijden bewogen’, zoals we zo vaak lezen in de evangelies. God raakt ons – in Christus – aan in onze meest donkere godsvervreemding. Het is een aanraking vol van genade, helend en optillend, bevrijdend en levengevend. Het is het Pasen van de Heer, dat midden onze zwakheid in al zijn glorie zal verschijnen. Wij met Hem, in Hem, door Hem.
Laten wij bidden …
Goede Vader,
raak ons aan met uw Drie-ene Liefde.
Uw genade is ons immers genoeg.
Moge uw Geest ons tot nederigheid brengen
om dit Pasen toe te laten.
In Christus, onze Heer.
Amen.
Een Geest-rijke vrijdag,
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.