maandag in week 27 door het jaar
Uit de brief van Paulus aan de Galaten 1, 6-12
Paulus heeft gehoord dat sommigen de Galaten hebben afgeleid van het echte evangelie dat hij hen gebracht heeft. Hij legt hen uit dat zijn boodschap niet van hem kwam, maar rechtstreeks van Christus. Hij laakt de onruststokers die eigen succes plaatsen boven het echte evangelie.
Broeders en zusters,
het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van Hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie. Er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Wanneer iemand, al was ik het zelf of al was het een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigt dat in strijd is met wat ik u eerder verkondigd heb – vervloekt is hij! Ik heb het al eerder gezegd en zeg het nu opnieuw: wanneer iemand u een evangelie verkondigt dat in strijd is met wat u hebt ontvangen – vervloekt is hij!
Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn. Ik verzeker u, broeders en zusters, dat het evangelie dat ik u verkondigd heb geen zaak van mensen is; ik heb het dan ook niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, Jezus Christus is mij geopenbaard.
Psalm 111, 1-2 + 7-8 + 9-10
Refr.: Altijd herinnert God zich zijn verbond.
Ik wil de Heer loven met heel mijn hart
in de grote kring van oprechten.
Machtig zijn de werken van de Heer,
wie ze liefheeft, onderzoekt ze.
Rechtvaardig en eerlijk is het werk van zijn handen,
uit al zijn regels blijkt zijn trouw,
ze zijn onwrikbaar, voor altijd en eeuwig,
gemaakt volgens waarheid en recht.
Hij heeft zijn volk verlossing gebracht,
voor eeuwig zijn verbond ingesteld.
Heilig en ontzagwekkend is zijn Naam.
Het begin van wijsheid is ontzag voor de Heer,
leven naar zijn regels getuigt van goed inzicht.
Zijn roem houdt stand, voor altijd.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
mogen wij ons richten
naar het woord van uw Zoon.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 10, 25-37
De vraag van de wetgeleerde was ogenschijnlijk een zeer goede vraag: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus beantwoordt de gestelde vraag met een wedervraag, die de eerste vraag terug opneemt en tegelijk verbetert. Wij zijn de naaste van een ander als wij met hem meevoelen en hem daadwerkelijk helpen met al onze middelen.
Er kwam een wetgeleerde die Jezus op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’
Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’
De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’
‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’
Maar de wetgeleerde wilde zijn gelijk halen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’
Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’
De wetgeleerde zei: ‘De man die hem barmhartigheid heeft betoond.’
Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’
Van Woord naar leven
Het verhaal dat Jezus vandaag vertelt is een moeilijk verteerbaar verhaal omdat we weten en ervaren dat we vaak met een boog om één van de meest wezenlijke en meest noodzakelijke waarheden van het geloof heen lopen; dat geloven namelijk geen kwestie is van theorie, maar van praktijk, niet alleen van weten en kennen, maar vooral van beleven en doen.
Het is niet de eerste en de enige keer dat Jezus daar de nadruk op legt. Als een rode draad loopt het door heel het evangelie. Het staat als duidelijke wegwijzer langsheen heel zijn levensweg vanaf Betlehem tot op de Calvarieberg. We kunnen er niet omheen, zelfs niet in een boog. ‘Niet zij die roepen: Heer, Heer, zullen het Rijk der hemelen binnengaan, maar zij die de wil doen van mijn Vader…’.
Het is ook de enige norm en maatstaf waarop we ooit zullen aangesproken worden. Het is een keuzeknop die we zelf in handen hebben. Eenmaal gestorven zal God ons niet overhoren wat de catechismus betreft, het zal ook niet gaan over het kunnen opsommen van de tien geboden, of het feilloos kunnen opzeggen van de geloofsbelijdenis. Zelfs niet of we de hongerigen, de dorstigen, de zieken, de naakten, de gevangenen,… hebben gezien. We zullen bevraagd worden of we deze laatste groep mensen een warm hart hebben toegedragen, zoals de Samaritaan op zijn weg van Jeruzalem naar Jericho.
Het evangelie is duidelijk. En we weten het. Laat ons niet talmen. Laten we doen wat God vraagt.
Met een genegen groet,
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Voor wie graag een verdere dieptelezing doet over dit evangelie is deze tekst van Roger Burggraeve warm aanbevolen, ooit verschenen bij Acco Leuven in ‘De Bijbel geeft te denken’.
Laten wij bidden
Heer,
doorheen elke mens komt Gij naar ons toe als de goddelijke bedelaar die snakt naar Liefde. Geef dat wij U in iedere naaste mogen erkennen, ontmoeten en ontvangen. Dat ingaan op uw vraag naar Liefde deze wereld steeds mooier mag maken, toegroeiend naar het beeld van de hemel.
Om deze genade bidden we, vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.