zaterdag in week 20 door het jaar

Uit de profeet Ezechiël 43, 1-7a

Ezechiël had voorspeld, dat bij ontrouw de heerlijkheid van de Heer de tempel zou verlaten. Tijdens de ballingschap voorspelt Ezechiël dat deze heerlijkheid van de Heer zal terugkeren. Maar nu zal hij wonen in de mensen zelf. Zij vormen de levende bouwstenen voor de woning van de Geest.

Toen nam de man mij mee naar de oostpoort. En daar, vanuit het oosten, zag ik de God van Israël in zijn majesteit verschijnen, met een geluid als het gebulder van de zee, en de aarde straalde ervan. Wat ik zag, leek op wat ik had gezien toen ik de verwoesting van de stad zag, en op wat ik had gezien bij het Kebarkanaal, en ik wierp me voorover op de grond. De stralende verschijning van de Heer ging door de oostpoort de tempel binnen. 
Toen hief een geest mij op en bracht me naar de binnenhof, en ik zag dat de tempel vol was van de majesteit van de Heer. Toen hoorde ik dat er vanuit de tempel tegen mij gesproken werd, terwijl de man naast mij stond: ‘Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon, de plaats waar Ik mijn voeten zet. Hier zal Ik voorgoed blijven wonen te midden van de Israëlieten.’


Psalm 85, 9ab + 10 + 11 + 12 + 13 + 14

Refr.: De glorie van de Heer woont onder ons.

Ik wil horen wat God ons zegt.
De Heer spreekt woorden van vrede.
Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij:
zijn glorie komt wonen in ons land.

Trouw en liefde omhelzen elkaar,
recht en vrede begroeten elkaar met een kus,
trouw bloeit uit de aarde op,
recht ziet uit de hemel toe.

De Heer geeft al het goede:
ons land zal vruchten geven.
Het recht gaat voor God uit
en baant voor Hem de weg.


Vers voor het evangelie (Ps 119, 88)

Alleluia.
Blijf mij trouw, laat mij leven, Heer,
dan houd ik mij aan de richtlijn uit uw mond.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 23, 1-12

Jezus klaagt de gebreken van de Farizeeën aan en wijst op de plichten tegenover de verantwoordelijken in de nieuwe gemeenschap. De christen zal de nederige dienaar zijn van zijn broeders. Hij zal zich niet de eigenschappen aanmatigen die alleen aan God of aan zijn Zoon toekomen.

Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen en zei:
‘De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig begroet te worden en door de mensen rabbi genoemd te worden. Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. Laat je ook geen leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias. De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. 
Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus: ‘De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.’

Net voor het instellen van de eucharistie heeft Jezus getoond wat eucharistisch leven betekent. Hij (de Zoon van God!) knielde voor zijn leerlingen neer om hen de voeten te wassen. Hij, de belangrijkste, werd dienaar van zijn leerlingen. Na de voetwassing zei Hij: ‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.’

Christen zijn is dus dienaar zijn. Niet enkel voor hen die ons liggen, maar ook (en misschien vooral) voor hen die ons niet zo liggen. In de dienstbaarheid ligt een stille genade verborgen die mensen ten diepste raakt. Doorheen de dienstbaarheid is Jezus werkzaam en raakt Hij aan. Daarom is het goed dat we onze dienstbaarheid in naam van de Heer doen, dat wil zeggen: vanuit zijn tegenwoordigheid in ons; met Hem en in Hem. Dus geen zelfprestatie, maar in zuivere overgave aan de aanwezige Heer.

Of om het met de woorden van Paulus te zeggen: ‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’

Helend, voor Kerk en samenleving.

Een mooi weekend,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
leer ons wat het betekent de mindere te willen zijn. Niet uit een gevoel van onwaardigheid, maar juist vanuit het waardebesef dat Gij ieder van ons uitkiest om door ons heen dienstbaar te zijn. Leer ons de liefde van het evangelie te verstaan en te beminnen.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.