dinsdag in week 14 door het jaar

Uit de profeet Hosea 8, 4-7 + 11-13

Wie wind zaait zal storm oogsten.

Zo spreekt de Heer:
‘Ze hebben een koning aangesteld, maar buiten Mij om, leiders gekozen zonder Mij erin te kennen. Van hun zilver en goud hebben ze godenbeelden gemaakt, tot hun eigen ondergang. Je stierkalf wijst je af, Samaria! En ook Ik ben woedend op je: zul je dan nooit tot zuiverheid in staat zijn? Dat kalf komt gewoon uit Israël, het is gemaakt door een ambachtsman, een god is het niet! Nee, het kalf van Samaria zal verpulverd worden. 
Want wie wind zaait zal storm oogsten. Het zaad brengt geen koren voort, en als het al vrucht draagt dan geeft het geen meel, en als het al meel geeft dan wordt het door vreemden verslonden.
Hoeveel altaren heeft Efraïm niet gebouwd – maar om te zondigen! Altaren die dienen om te zondigen! Al schrijf Ik mijn wet in tienduizendvoud, die is voor hen als van een vreemde. 
Ze brengen Mij offers om zelf het vlees te eten. Daarom schept de Heer geen behagen meer in hen. Hij zal nu hun wandaden in rekening brengen en hun zonden bestraffen: ze gaan terug naar Egypte!’


Psalm 115, 3-10

Refr.: Israël, vertrouw op de Heer.

Onze God is in de hemel,
Hij doet wat Hem behaagt.
Hun goden zijn van zilver en goud,
gemaakt door mensenhanden.

Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken,
ze hebben ogen, maar kunnen niet zien,
ze hebben oren, maar kunnen niet horen,
ze hebben een neus, maar kunnen niet ruiken.

Hun handen kunnen niet tasten,
hun voeten kunnen niet lopen,
geen geluid komt uit hun keel.
Zoals zij, zo worden ook hun makers,
en ieder die op hen vertrouwt.

Israël, vertrouw op de Heer
– hun hulp is Hij, hun schild –
huis van Aäron, vertrouw op de Heer
– hun hulp is Hij, hun schild –.


Vers voor het evangelie (Ps 27, 11)

Alleluia.
Wijs mij uw weg, Heer,
leid mij op een effen pad.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 9, 32-38

Dienstbaarheid is één van de voornaamste kenmerken van het christendom. Door en langs de anderen kunnen wij zin geven aan ons leven, én God bereiken. Jezus’ leven was daardoor getekend. Zijn volgelingen roept Hij op herders te zijn voor de mensen. ‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig’.

Men bracht iemand bij Jezus die bezeten was en niet kon spreken. Nadat de demon was uitgedreven, begon de stomme te spreken. De mensenmassa stond versteld en zei: ‘Zoiets is in Israël nog nooit vertoond!’ Maar de farizeeën zeiden: ‘Het is dankzij de vorst der demonen dat Hij demonen kan uitdrijven.’

Jezus trok rond langs alle steden en dorpen, Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal. 

Toen Hij de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze uitgeput en hulpeloos waren, als schapen zonder herder. Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’

Van Woord naar leven

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’

De eigenaar van de oogst is God de Vader. Voordat Jezus zijn leerlingen werkelijk zal uitzenden, droeg Hij hen op te bidden voor meer arbeiders. Ook aan ons wordt gevraagd te bidden voor arbeiders binnen de Kerk. Het is immers de heilige Geest die mensen zal aanzetten te doen waartoe God hen / ons uitnodigt.
Daarnaast hebben we de taak om met deze jonge mannen en vrouwen het ‘goede gesprek’ te voeren, en te blijven voeren, opdat ze zich gedragen zouden weten, bemoedigd en bijgestaan.

Als Kerk, maar ook binnen onze gezinnen, en waarom ook niet in onze (katholieke) scholen, zouden we – denk ik – aan dit laatste meer aandacht aan moeten schenken. Roeping is een fundamenteel gegeven binnen het christelijk geloofsdenken. Immers, we zijn allen geroepen. Maar ook over de specifieke roeping als priesterschap, diaconaat en religieus leven mag gesproken worden. Het is alsof dit meer en meer in de taboesfeer komt. Waarom toch… vraag ik me af. Niets is zo mooi en rijk wanneer een jong iemand die, vanuit roeping, kiest voor deze weg.

Laat ons bidden, laat ons het goede gesprek voeren; van harte, uit zorg voor Gods gemeenschap en uit liefde voor de gave van het geroepen worden.

Een gezegende dinsdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede Vader,
beziel Kerk en wereld met uw levende Liefde, uw heilige Geest. Dat mensen zich door U mogen aangesproken weten arbeider te zijn binnen uw wijngaard. Schenk ons allen de genade van het ja-woord; een gehoorzaamheid die haar bron vindt in Christus, uw Zoon en onze broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.