Heilig Hart van Jezus
Hoogfeest
Uit de profeet Ezechiël 34, 11-16
In de woestijn was God de herder van zijn volk. Nadien heeft Hij zich een tijd verlaten op de koningen van Israël. Door hun onrechtvaardigheden leidden ze het volk naar ondergang en ballingschap. God belooft dan opnieuw te regeren, zijn kudden te verzamelen en ze naar de rustplaats te leiden. Voor de zwakste schapen zal Hij een heel bijzondere zorg aan de dag leggen.
Dit zegt God, de Heer:
Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen. Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo zal Ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarover ze zijn verspreid op een dag van dreigende, donkere wolken. Ik zal ze bij alle volken weghalen en uit alle landen bijeenbrengen, Ik zal ze naar hun eigen land laten gaan. Op de bergen van Israël en bij de waterstromen zal Ik ze weiden, overal in het land waar mensen wonen. Ik zal ze laten grazen op een goede weide, ook hoog in de bergen van Israël zullen ze gras vinden; op Israëls bergen zullen ze rusten op groen grasland en in een grazige weide. Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten – spreekt God, de Heer. Ik zal naar verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken – maar de vette en sterke dieren zal Ik doden. Ik zal ze weiden zoals het moet.
Psalm 23
Refr.: De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niet.
De Heer is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
Hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg door een donker dal,
ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij,
uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik verblijf in het huis van de Heer
tot in lengte van dagen.
Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 5, 5-11
God blijft houden van mensen, ook al zijn zij niet in staat enig goed werk te verrichten. Hij verzoent ze met zich door het Bloed van Christus. De christen treedt dit heil binnen door het doopsel. De heilige Geest die in hen woont, is het beste onderpand van Gods liefde.
Broeders en zusters,
Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is. Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven. Er is bijna niemand die voor een rechtvaardig mens wil sterven; slechts een enkeling durft voor een goed mens zijn leven te geven. Maar God bewijst ons zijn liefde, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij Hem gered zullen worden en niet veroordeeld.
Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met Hem verzoend door de dood van zijn Zoon, des te zekerder is het dat wij, nu we met Hem zijn verzoend, gered zullen worden door diens leven. En meer nog: we mogen ons hierbij laten voorstaan op God, dankzij onze Heer Jezus Christus, door wie wij nu al met God zijn verzoend.
Vers voor het evangelie (Joh. 10, 14)
Alleluia.
Ik ben de goede herder,
zegt de Heer.
Ik ken mijn schapen
en mijn schapen kennen Mij.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 15, 3-7
Jezus is gekomen om te redden. Daarom besteedt Hij alle zorg aan zondaars. Zo werd Hij de echte Koning en Herder, die God gewild heeft voor zijn volk. De vreugde van Jezus om het teruggevonden schaap dat verloren was, openbaart Gods vreugde om de zondaar die zich bekeert.
Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis:
‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.”
Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.’
Van Woord naar leven
God bewijst ons zijn liefde, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Zo lezen we vandaag bij Paulus.
De kruisdood van Jezus voor ieder van ons… Zo’n diep en rijk mysterie. Het is voor ons, christenen, een wezenlijk geloofspunt, dat eigenlijk als een vlammetje voortdurend zou moeten branden in ons hart. Al was het maar uit dankbaarheid. Voor ons is Hij immers de weg van het kruis gegaan, onze zonden op zich nemend, ons optillend in de genade van zijn Pasen. Door dit gebeuren, deze verlossing, mogen we nu deelgenoot zijn van zijn opstanding, de verrijzenisvrede dragend en uitdragend.
Jammer genoeg hangen we nog al te dikwijls vast aan allerlei dingen die ons wegtrekken van deze verlossing. In wezen zijn we verlost, maar we weken er ons los van, nemen er als het ware afstand van. Wat jammer is, want de bron van de Paasgenade geraakt op deze wijze verstopt; voor onszelf, de Kerk, en voor allen die we ontmoeten.
Wie zich losgeweekt heeft van de paasgenade leeft als een schaap dat zijn herder kwijt is. Hij is op de dool. De duisternis heeft hem weggetrokken van het licht, weg van de schaapstal, weg van zijn herder.
Het evangelie van vandaag leert ons dat God dit niet kan verdragen. Hij is jaloers; Hij kan er niet tegen dat de duisternis het wint op Hem. Dus… in hoogst eigen persoon komt Hij in Christus ons zoeken. Hij laat er zelfs de zogenaamde trouwe kudde voor in de steek. Zo is de liefde, zo is God.
Lieve mensen, voel je je als een verloren gelopen? Afgedwaald? Gebeurt het dat de duisternis je soms te pakken heeft? Weet dan dat God naar je op zoek is. Of beter: weet dat Hij je reeds gevonden heeft. Maar Hij wacht tot je meekomt, tot jij toelaat dat Hij u op zijn schouders neemt. Liefde is altijd nederig, liefde steekt de hand uit, liefde wacht op de andere hand.
Kom, laten we ons werpen in de armen van de Heer, in de liefde van zijn barmhartigheid, in de warmte van zijn heilig Hart. Moge Jezus niet voor niets gestorven zijn. Moge zijn Pasen vandaag ons deel zijn.
Een zalige hoogdag,
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Heer,
leer ons naar het verdwaalde te kijken zoals Gij dat deed. Leer ons niet enkel te kijken, maar er ook naartoe te gaan. Leer ons dit te doen vanuit uw liefde in ons, opdat ieder weer de weg mag vinden waarop God hem brengen wil.
Heer, maak ons sterk in U.
In uw naam.
Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.