dinsdag in week 29 door het jaar
Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 5, 12 + 15b + 17 – 19 + 20b – 21
De fout van Adam bestond erin Gods gaven te misbruiken. Door zijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid bracht Christus nieuwe mogelijkheden om naar het oorspronkelijke plan van God te leven. Zo maakte de gehoorzaamheid van één weer goed wat de ongehoorzaamheid van allen had verkorven.
Broeders en zusters,
Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd. Door de overtreding van één mens moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger. Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus.
Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven. Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden. Waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger. Zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze Heer.
Psalm 40, 7 + 8 + 9 + 10 + 17
Refr.: Groot is de Heer!
Offers en gaven verlangt U niet,
brand- en reinigingsoffers vraagt U niet.
Nee, U hebt mijn oren voor U geopend
en nu kan ik zeggen: ‘Hier ben ik,
over mij is in de boekrol geschreven.’
Uw wil te doen, mijn God, verlang ik,
diep in mij koester ik uw wet.
Wanneer het volk bijeen is,
spreek ik over uw rechtvaardigheid,
ik houd mijn lippen niet gesloten,
U weet het, Heer..
Wie bij U hun geluk zoeken
zullen lachen en vrolijk zijn,
wie van U hun redding verwachten
zullen steeds weer zeggen:
‘Groot is de Heer.’
Alleluia. (ps. 119, 34)
Geef mij inzicht Heer, en ik zal uw wet volgen,
hem onderhouden met heel mijn hart.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 12, 35-38
Het Koninkrijk is reeds midden onder ons; anderzijds moet het nog komen. Dit vraagt een voordurende onthechting en waakzaamheid. Op elk ogenblik moeten we klaar staan om de Heer te ontvangen. Zo ook voor het leven na onze dood.
Jezus sprak:
‘Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen voor de maaltijd nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag.’
Van Woord naar leven
Vandaag zegt Jezus: ‘Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft.’
Staan we klaar om de Heer te ontvangen wanneer Hij komt? Komen doet Hij, sowieso. Maar zijn we klaar? Zullen we het merken als Hij komt? Of zijn we zo met onze zaakjes bezig dat we zijn komen nauwelijks of helemaal niet gewaar worden…
Het evangelie van vandaag wordt dikwijls toegespitst op het aards sterven van de mens. En terecht. Doorgaans komt een overlijden onverwacht en moeten we ons de vraag stellen: gaan we klaar zijn voor die grote ontmoeting met de Heer?
Maar dit evangelie gaat ook over het gewone leven, over elke dag. Want… in elke situatie van het leven komt de Heer langs, en vraagt Hij bemind te worden, zijn liefde te zijn. Dit speelt zich af voor het kookfornuis, tussen mensen onderling, op de tram, in de natuur,… Overal en altijd.
We kunnen inderdaad koken in de Vrede van God, met zijn liefde, dankbaar om de vruchten van de aarde, het werk van onze handen. We kunnen elkaar ontmoeten met de liefde van de Heer, met zijn tederheid, zijn vriendschap, zijn genegenheid. We kunnen op de tram zitten vleiend tegen Hem aan, blij omdat Hij er is, de mensen rondom ons biddend bij Hem brengend of genietend in het zonnetje achter glas in zijn Vrede bij een goed boek. We kunnen opgaan in de schoonheid van de natuur door verwonderd te zijn over al dat mooie gegeven door God zelf. Enzovoort…
We hoeven daarvoor niet altijd met ons verstand bij de Heer te zijn, Hem of het evangelie voortdurend met ons kopje te beredeneren. Het gaat veeleer over een wijze van zijn, een levenshouding, die getekend is door stille dankbaarheid om het bestaan van God, om wat Hij doet, om wat Hij vraagt.
Laten we leven in het licht van de Heer.
kris
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Jezus,
Gij zijt de Vrede van alle stille dingen.
Gij zijt de plaats waar ik schuil voor onheil.
Gij zijt het licht dat schijnt in het duister.
Gij zijt de eeuwige vonk in mijn hart.
Gij zijt de deur die wijd open staat.
Gij zijt de gast die binnen wacht.
Gij zijt de vreemdeling aan de deur.
Gij zijt het roepen van de armen.
Gij zijt mijn Heer
en met U kan geen kwaad mij bedreigen.
Gij zijt het licht, de waarheid, de weg.
Gij zijt mijn vrede.
Gij zijt mijn Redder deze dag,
hier en nu.
Amen.
(oud Iers gebed)
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.