zondag 26 door het jaar – B
Uit het boek Numeri 11, 25-29
De Geest is geen voorrecht van enkelen, maar een geschenk dat verder uitgedeeld moet worden.
In de dagen daalde de Heer af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd.
Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp.
Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!’ ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!’ zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes’ rechterhand was geweest.
Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belangen moet opkomen? Legde de Heer zijn geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’
Psalm 19, 8 + 10 + 12 + 13 + 14
Refr.: De wet van de Heer is levenskracht voor de mens.
De wet van de Heer is volmaakt:
levenskracht voor de mens.
De richtlijn van de Heer is betrouwbaar:
wijsheid voor de eenvoudige.
Het ontzag voor de Heer is zuiver,
houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de Heer zijn waarachtig,
rechtvaardig, geheel en al.
Uw dienaar laat zich erdoor verlichten,
wie ze opvolgt wordt rijk beloond.
Maar wie kan al zijn fouten kennen ?
Spreek mij vrij van verborgen zonden.
Bescherm mij, uw dienaar,
en laat hoogmoed niet over mij heersen,
dan zal ik volmaakt zijn
en bevrijd van grote zonde.
Uit de brief van Jakobus 5, 1-6
Rijk zijn is niet zonder gevaar.
En nu iets voor u, rijken! Weeklaag en jammer om de rampspoed die over u komt. Uw rijkdom is verrot en uw kleding is door de mot aangevreten. Uw goud en zilver is verroest, en die roest zal tegen u getuigen en als een vuur uw lichaam verteren. U hebt uw schatkamers gevuld, hoewel de tijd ten einde loopt. Hoor de klacht van het loon dat u de arbeiders die uw velden maaiden hebt onthouden. Het geroep van de maaiers is tot de Heer van de hemelse machten doorgedrongen.
U hebt op aarde in weelde gebaad en losbandig geleefd, u hebt uzelf vetgemest voor de slachttijd. U hebt de rechtvaardige veroordeeld en vermoord, en hij heeft zich niet tegen u verzet.’
Alleluia.
Uw woord, Heer, is waarheid.
Wijd ons toe in de waarheid.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 9, 38-43 + 45 + 47-48
Het woord van Jezus schept een grote ruimte.
Johannes zei tegen Jezus: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’
Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons.
Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden. Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd.
Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur.
Als je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden.
En als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.
Van Woord naar leven
Normaal mogen wij fier zijn te behoren tot een vereniging, organisatie of club. Maar het wordt negatief, wanneer de groepsverbondenheid ontaardt tot een clangeest zodat de leden uit eigendunk anderen gaat uitsluiten of zelfs het goede, dat elders gebeurt, als concurrentie wil bestrijden.
In het evangelie van vandaag horen we hoe een leerling van de Heer zich ergert omdat iemand, die geen volgeling van Jezus is, duivels uitdrijft. Jezus’ reactie is scherp: “Laat het goede toch gebeuren, ook als het elders gebeurt! Wie niet tegen ons is, is voor ons.” m.a.w. “Wie het goede doet – of hij nu mijn leerling is of niet – hij handelt in mijn gezindheid.”
Durven wij wel genoeg geloven dat Gods Geest overal werkt, niet alleen binnen de Kerk, maar ook in het hart van de mensen die niet of moeilijker geloven en die toch het goede proberen te doen. Ook door daden van andersgelovigen kan de Geest werkzaam zijn.
Gods Geest werkt door ieder die het goede doet. De enige juiste reactie van onzentwege zou hierbij moeten zijn: blij zijn en dankbaar om het goede dat gebeurt.
Jezus heeft meer vrienden dan wij soms denken, anonieme vrienden, die een beker water geven aan kleinen, en dikwijls veel meer dan dat.
Geïnspireerd aan woorden van Frans Mistiaan, sj
Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Heer,
leer ons dankbaar te zijn om al het goede dat gebeurt, ook al gebeurt dit niet altijd als een bewuste beleving in uw naam. Leer ons uw goedheid te zien in allen die goed zijn, Gij die U zo graag belichaamd ziet in al wat leeft.
Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.