“Vertrouw op de Heer en doe het goede.”

Maandelijks stelt de gemeenschap van Taize een Bijbeltekst voor om het zoeken naar God in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Hieronder de tekst voor deze maand juli, uit psalm 37

Erger je niet aan slechte mensen,
wees niet jaloers op wie kwaad doen,
zij verdorren snel als gras,
zij verwelken als het jonge groen. 

Vertrouw op de Heer en doe het goede,
bewoon het land en leef er veilig.
Zoek je geluk bij de Heer,
Hij zal geven wat je hart verlangt.

(Psalm 37, 1-4)

Eén van de moeilijkste vragen die ons bezighouden, is waarom er zoveel kwaad in de wereld bestaat. Het is vreselijk om zoveel onrechtvaardigheid en onverdiend lijden te moeten aanzien; om te merken dat mensen zonder geweten of met slechte bedoelingen de overhand hebben; dat er ernstige problemen zijn die niemand serieus lijkt te nemen. Dit alles kan ons verleiden om gefrustreerd, boos, teleurgesteld of wanhopig te reageren. Velen van ons hebben waarschijnlijk gemerkt dat ze in de afgelopen tijd zo reageerden op sommige gebeurtenissen.

De Bijbel neemt deze vraag zeer serieus. Het is het hoofdthema van het boek Job, van het verhaal van de uittocht in het boek Exodus en van veel van de profetische boeken. Het is ook één van de problemen waarover het Evangelie spreekt. En het is het onderwerp van deze psalm.

Normaal gesproken is het gezond om boos te worden over onrecht, zeker als die boosheid ons motiveert om actie te ondernemen en naar een oplossing te zoeken. Maar onze woede kan zich ook tegen ons keren, vooral als concrete actie niet of in ieder geval niet direct mogelijk is. Dan kan onze gefrustreerde woede vernietigend werken.

De dichter van psalm 37 spreekt tot iemand – misschien wel tot zichzelf – die verleid wordt tot zo’n destructieve reactie. De psalm is behoorlijk lang. In de originele Hebreeuwse tekst begint elk vers met een volgende letter van het alfabet, alsof de dichter wil zeggen: “We hebben tijd nodig om vanuit alle mogelijke hoeken te kijken naar wat er hier gebeurt.” Er is tijd voor nodig om onze vragen over de macht van het kwaad te beantwoorden en om een manier te vinden waarop we kunnen omgaan met boosheid en frustratie. De psalm nodigt ons uit om langzaam te lezen, misschien een melodie te verzinnen om de woorden op te zingen, en de woorden tot in ons hart te laten doordringen.

Het betekent veel dat de psalm ons niet probeert te troosten door te zeggen dat we ons nodeloos druk maken. De tekst zegt niet dat het kwaad uiteindelijk toch niet zo’n probleem is. De taal die de psalmdichter gebruikt is zeer sterk, soms zelfs shockerend. Degenen die verantwoordelijk zijn voor onrecht, worden samen op een hoop gegooid als ’slechteriken’ of ’zondaars’. Tegenwoordig spreken we over ’kwaad’ of ’onrecht’, maar de Bijbel personaliseert dit meestal en spreekt over ’slechte mensen’ of ’onrechtvaardigen’ of ’bozen’. Dat is een krachtige, maar symbolische taal: het is belangrijk om te beseffen dat geen enkel mens alleen maar slecht of kwaad is, net zo goed als dat niemand perfect is. In iedereen huist een mengeling van goed en kwaad. Maar dat kan nooit als excuus dienen voor het kwaad: onrecht is werkelijk kwaad, en het helpt niet om te doen alsof dat niet zo is.

In de kern is deze psalm een oproep tot vertrouwen. De tekst benadrukt dat goedheid veel diepere wortels heeft dan boosheid. Oprechtheid is veel sterker dan kwaad, omdat het Gods weg is; en het verschil zal uiteindelijk zeker duidelijk worden. De psalm nodigt ons uit om een stapje terug te doen en van een afstandje te kijken naar wat er voor onze ogen gebeurt, hoe onverdraaglijk dat ook is, om vanuit een ruimer perspectief te kunnen kijken. Godsvertrouwen heeft dat effect: het roept ons op om ruimer te kijken – dan kunnen we weer diep ademhalen en worden lofzang en hoop weer mogelijk.
Een onrechtvaardige situatie of welk ander probleem dan ook, heeft de neiging om steeds meer onze aandacht te trekken, totdat het ons hele blikveld vult. Het resultaat is vaak dat we ons overweldigd en hulpeloos voelen. Vertrouwen op God kan ons helpen om los te laten, om de situatie aan God over te laten en nieuwe energie en moed te vinden. Dat is geen oproep om je er maar bij neer te leggen, of om de strijd tegen onrecht op te geven; maar om vol vertrouwen te strijden, met een vredevol hart.

° Bron: Taizé

Taizé