dinsdag in week 34 door het jaar (even jaren)

Uit het boek Apocalyps 14, 14-19

Johannes vertelt ons van het eindoordeel. De Mensenzoon zal op zijn uur de overrijpe oogst maaien en de trossen van de wijngaard der aarde in de perskuip werpen. Toen Jezus voor zijn rechters stond had Hij dit uur voorzegd. Zo zal zijn plan met de mensen voltooid worden.

Ik, Johannes, zag dit: een witte wolk, en daarop zat iemand die eruitzag als een mens. Hij had een gouden krans op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand.
Uit de tempel kwam een andere engel, die Hem die op de wolk zat met luide stem toeriep: ‘Laat uw sikkel komen om te oogsten. Want de tijd om te oogsten is gekomen; de aarde is meer dan rijp voor de oogst.’
Toen wierp degene die op de wolk zat zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd geoogst.
Er kwam een andere engel uit de hemelse tempel, die ook zo’n scherpe sikkel had.
Bij het altaar vandaan kwam weer een andere engel, degene die zeggenschap heeft over het vuur. Hij riep de engel met de scherpe sikkel luid toe: ‘Laat je scherpe sikkel komen om de druiven te oogsten in de wijngaard op de aarde, want de druiven zijn rijp.’
Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde, en hij oogstte de druiven in de wijngaard op de aarde en gooide ze in de grote perskuip van Gods woede.

Psalm 96, 10-13

Refr.: Rechtvaardig zal de Heer de wereld berechten.

Zeg aan de volken: ‘De Heer is koning.
Vast staat de wereld, zij wankelt niet.
Hij oordeelt de volken naar recht en wet.’

Laat de hemel verheugd zijn, de aarde juichen,
de zee bruisen en alles wat daar leeft.
Laat het veld verblijd zijn en alles wat daar groeit,
laten alle bomen jubelen.

Jubel voor de Heer, want Hij is in aantocht,
in aantocht is Hij als rechter van de aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
de volken oordelen, trouw aan zijn woord.

Uit het evangelie volgens Lucas 21, 5-11

De leerlingen stellen Jezus vragen over de tekens van de eindtijd en van de verwoesting van de tempel. Maar Hij antwoordt niet onmiddellijk. Om hun geloof niet teleur te stellen, waarschuwt Hij voor valse interpretaties en voor eigen oplossingen.

Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei Jezus: ‘Wat jullie hier zien, er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’
Ze stelden Hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?’
Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het, ”of: “De tijd is gekomen.” Volg hen niet! Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde.’
Hij vervolgde: ‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen.’

Van Woord naar leven

We hadden hier bij het ‘Van Woord naar leven’ vorige week nog over: voor een christen zijn kerken en kapellen plaatsen waar men alleen of met anderen God lof brengt. Het is goed deze plaatsen te eerbiedigen, ze mooi te houden, en ze te gebruiken waarvoor ze dienen.

Doch de ware tempel van God is het hart van de mens. Het is dé verblijfplaats bij uitstek van Christus zelf. Vanuit het hart leeft men, kiest men, doet men dingen, laat men dingen… vanuit Christus.

Jezus’ aanwezigheid in ons hart is als het ware een verlenging van zijn aanwezigheid in kerken.
Een eucharistieviering mag niet eindigen bij het verlaten van het kerkgebouw, of – in deze coronatijden – na het volgen van de viering op TV. Zoals Christus zich aan ons gegeven heeft in Brood en Wijn, zo moeten wij nu verenigd met Hem, ons geven in ons dagelijks leven, wat wil zeggen: liefhebben vanuit Christus.
Of anders gezegd: Als het vieren van de liturgie van ons geen ethisch verantwoorde mensen maakt, kunnen we beter de viering niet volgen. Of om het met de woorden uit het evangelie te zeggen: ‘Niet iedereen die ‘Heer Heer’ roept zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar alleen zij die de wil doen van mijn hemelse Vader.’ (Mt. 7, 21).
Liturgie en leven zouden één moeten zijn.

Wijzelf, u en ik, zijn geroepen tempel te worden, als het ware levende tabernakels. Bereid ook om, naar het woord van het evangelie van vandaag, afgebroken te worden tot de laatste steen. Ja, bereid dus het kruis als weg te zien, en te gaan, als een weg van werkelijke bevrijding voor allen en alles: liefde tot het uiterste, in diepe doorleefde solidariteit met allen waarop men neerziet, en al wat broos en arm is in de wereld.
Niet in ons eentje, maar verenigd met Jezus, in gemeenschap met de hele kerk; Hij met ons – door ons – in ons. Om zijn Pasen steeds in Hem opnieuw te ontvangen, te beleven, en te schenken aan onze naasten, en in zekere zin aan de gehele mensheid.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
wees een blijvende gast in ons hart en help ons te leven vanuit U. Leer ons van moment op moment  te verblijven in U, opdat al ons doen en laten doordesemd mag zijn van uw aanwezigheid; uw vruchten in ons leven.
In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.