Sociale encycliek ‘Allen broeders’ gisteren verschenen

Zaterdag signeerde paus Franciscus de nieuwe encycliek bij het graf van de heilige Franciscus in Assisi. Gisteren werd de tekst officieel voorgesteld.

Op de persvoorstelling zei kardinaal Parolin dat de paus met de encycliek Fratellig tutti een cultuur van broederschap voorstelt, die alle mensen van goede wil oproept tot liefde.  En die broederschap is geen trend of mode, maar het resultaat van concrete daden. Die cultuur van broederschap moet de motor worden van internationale betrekkingen.

Broederschap is wat landen kan inspireren tot samenwerking en dat van dialoog het sterkste wapen maakt. Mgr Pietro Parolin

Dialoog haalt meestal de krantenkoppen niet, maar maakt de wereld wel in stilte beter dan we hem konden inbeelden, klonk het. Het begin klein – van mens tot mens – maar breidt zich uit tot het internationale niveau. Mgr Parolin verwees naar de coronacrisis. Die toonde eens te meer dat de internationale relaties vandaag niet adequaat werken. Ondanks onze hyperconnectiviteit lukt het ons niet om problemen die ons allemaal treffen, samen aan te pakken, zo werd geciteerd uit Allen broeders 165.

Het model voor de cultuur van broederschap is de parabel van de Barmhartige Samaritaan, die uitgelegd wordt in hoofdstuk 2 van de encycliek.

Korte samenvatting van ‘Allen broeders’

De schaduwen van een gesloten wereld (titel van hoofdstuk 1) verspreiden zich over de wereld, waardoor gewonde mensen langs de kant van de weg staan, buitengesloten en afgewezen. Deze schaduwen dompelen de mensheid onder in verwarring, eenzaamheid en leegte. We ontmoeten een vreemdeling op de weg (hoofdstuk 2); hij is gewond. Tegenover deze realiteit zijn twee houdingen mogelijk: zonder sympathie voorbijgaan of met hem stoppen. Onze keuze zal de aard van onze persoon of ons politiek, sociaal en religieus project bepalen.

God is universele liefde, en wanneer we deel uitmaken van deze liefde en haar delen met anderen, zijn we geroepen tot universele broederschap. Dat is openheid.

Er is geen ‘anderen’ of ‘zij’, er is alleen ‘wij’.

Wij verlangen, bij God en in God, naar een open wereld (hoofdstuk 3) (zonder muren, zonder grenzen, zonder uitsluitingen en zonder vreemden), en daarvoor hebben en willen we een open hart (hoofdstuk 4). We beleven een sociale vriendschap, we zoeken een moreel goed, een sociale ethiek, omdat we weten dat we lid zijn van een universele broederschap. We zijn geroepen tot ontmoeting, tot solidariteit en tot dankbaarheid.

Om een open wereld met een open hart te bereiken, moet het beste beleid (hoofdstuk 5) worden gevoerd. Een beleid voor het gemeenschappelijk en universeel goed, een beleid voor het volk en met het volk. Met andere woorden, een volkspolitiek, uitgevoerd met een sociale liefdadigheid die de menselijke waardigheid nastreeft, en uitgevoerd, met politieke liefde, door mannen en vrouwen die de economie integreren in een sociaal, cultureel en volks project.

Weten hoe je een dialoog voert, is de manier om de wereld te openen en sociale vriendschap op te bouwen (hoofdstuk 6); en het is de basis voor een betere politiek. Dialoog respecteert, accepteert en zoekt de waarheid. Dialoog laat een cultuur van ontmoeting kiemen. Zo wordt ontmoeting een manier van leven, een passie en een verlangen. Wie de dialoog nastreeft is welwillend, erkent en respecteert de ander.

Maar dit is niet genoeg. We moeten de wonden van de mislukte ontmoeting onder ogen zien en paden van een hernieuwde ontmoeting bewandelen (hoofdstuk 7). Wonden moeten verzorgd worden en de vrede moet hersteld. Daar is moed voor nodig. Moed om uit te gaan van de waarheid en de historische waarheid te erkennen. De waarheid gaat onafscheidelijk samen met gerechtigheid en barmhartigheid. Ze is onmisbaar op weg naar vergeving en vrede.

Vergeven staat niet gelijk aan vergeten.

Conflicten zijn onvermijdelijk, maar geweld is niet aanvaardbaar. Daarom is oorlog onaanvaardbaar en moet de doodstraf afgeschaft worden.

De verschillende religies in de wereld erkennen de mens als een schepsel van God en dus als broeders. Religies zijn tot dienst aan de broederschap in de wereld geroepen (hoofdstuk 8). Door ons open te stellen voor de Vader van allen, erkennen we onze universele toestand als broeders. Voor christenen is de bron van menselijke waardigheid en broederlijkheid te vinden in het Evangelie van Jezus Christus, dat ons handelen en onze engagementen richting geeft. Deze weg van broederlijkheid geeft ons ook een Moeder, genaamd Maria.

Ter wille van de vele slachtoffers van onze gesloten wereld, liggend aan de kant van de weg, roept Paus Franciscus ons op om ons het verlangen naar broederschap in de wereld eigen te maken en in praktijk te brengen. En dat begint met de erkenning dat we Fratelli tutti zijn, allen broeders en zusters.

Hoe Sint-Franciscus tot leven komt in encycliek ‘Allen broeders’

Toen die avond op het Sint-Pietersplein de pausnaam van de pas verkozen kerkvorst weerklonk, wist een goede toehoorder 1 ding meteen zeker: deze naam is een programma, een kant en klare beleidsverklaring. Zeven jaar later is de inspiratie die paus Franciscus bij de heilige van Assisi kan putten, nog lang niet op. Integendeel, diens gedachtegoed wint nog aan kracht.

De verwijzingen in de encycliek naar Sint-Franciscus’ denken en doen zijn talrijk. Maar ook een aantal persoonlijkheden en ontmoetingen die zich op hun beurt door de heilige lieten inspireren, worden genoemd als inspiratiebron of stimulator. 

#1 Fratelli tutti ~ de titel

Om te beginnen komt de titel van de encycliek rechtstreeks uit geschriften van Franciscus van Assisi, die zijn volgelingen – mannen en vrouwen – met zijn wijsheidsspreuken de smaak van het evangelie wilde voorstellen. En de vlag dekt de lading van deze encycliek, die welgemeende broederlijkheid voorstelt als remedie tegen de grote kwaal van deze tijd: het doorgedreven individualisme en zelfs egoïsme, die uiteindelijk leiden tot de totale ontwrichting van samenleving en mensen.

#2 Franciscus en sultan Malik al-Kamil

Paus Franciscus noemt in de encycliek enkele principes. Eén daarvan, die al in veel toespraken naar voren kwam, is dat de concrete werkelijkheid belangrijker is dan de mooie gedachte waaruit ze voortspruit. De daad bij het woord! In die zin verwijst hij naar een historische ontmoeting 800 jaar geleden in Egypte. 

In volle kruistocht trok Franciscus toen ongewapend naar de aanvoerder van het vijandige leger, sultan Malik al-Kamil. Beiden hadden onverhoopt een openhartig gesprek, dat hen verrijkte als mens en als gelovige, elk vanuit hun eigen identiteit.

Paus Franciscus schrijft: Het is treffend dat Franciscus aanbeveelde om elke vorm van agressie of wedijver af te leggen en een houding van nederige en broederlijke ‘onderwerping’ aan te nemen ten opzichte van wie een ander geloof aanhangt. Hij voerde geen woordenoorlog over doctrines, maar communiceerde de liefde van God. Hij had begrepen dat God liefde is; wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. (1 Johannes 4,16) (paragrafen 3 en 4)

#3 Ontmoeting in Abu Dhabi

In navolging van die historische ontmoeting in Egypte trok paus Franciscus in februari 2019 zelf naar het Arabische land Abu Dhabi, als eerste paus in de geschiedenis. Daar had hij een ontmoeting met grootimam Ahmed el-Tayeb. Samen ondertekenden ze het document Menselijke broederlijkheid, voor wereldvrede en samenleven. Deze ontmoeting herinnerde eraan dat God alle mensen gelijk in rechten, plichten en waardigheid heeft geschapen en hen heeft opgeroepen om als broeders onder elkaar samen te leven. (5)

In zijn inleiding bij Allen broeders schrijft paus Franciscus dat de encycliek de grote thema’s uit dat gezamenlijk ondertekende document herneemt. Hij zal er ook uitvoerig uit citeren in de encycliek.

#4 Charles de Foucauld ‘en andere broeders’

Helemaal op het einde van de encycliek verwijst paus Franciscus naar andere, ook niet-katholieke, broeders die net als Sint-Franciscus resoluut kozen voor geweldloosheid, nederigheid en broederlijkheid: Martin Luther King, Desmond Tutu, Mahatma Gandhi en vele anderen. (286)

Heel in het bijzonder noemt hij nog de zalige Charles de Foucauld, een mens met een diep geloof, die zich vanuit zijn intense ervaring van God gaandeweg omvormde tot broeder van iedereen.

We citeren verder: Hij gaf zijn ideaal van totale toewijding aan God vorm door zich te identificeren met de laatsten, aan hun lot overgelaten diep in de Afrikaanse woestijn. Daar drukte hij zijn ambitie uit om zich broer te voelen van gelijk welk menselijk wezen en hij vroeg een vriend: Bid de Heer dat ik echt de broer mag worden van alle zielen van dit land. Hij wou de ultieme universele broer zijn. Alleen door zich met de allerlaatsten te identificeren, kon hij broer worden van iedereen.

Op 2 slotgebeden na besluit de paus zijn encycliek met: Moge God dit ideaal in ieder van ons inblazen. Amen. (287)

Standpunt Emmanuel Van Lierde over nieuwe encycliek

Voor de 100ste geboortedag van Johannes Paulus II werd zopas aan het Nationaal Museum in Warschau het kunstwerk Poisoned Source van Jerzy Kalina onthuld. Het toont de paus die een meteoriet torst en in een plas bloed staat. Die voorstelling reageert op het kunstwerk Nona Ora (1999) van Maurizio Cattelan waarbij de Poolse kerkleider verpletterd werd door een meteoriet. Kan in Kalina’s beeld niet elke moderne paus erkend worden die de lasten van de wereld torst en die als het morele geweten wijst op de vele slachtoffers van onrecht?

Het beeld past ook perfect bij paus Franciscus die gebukt gaat onder de ellende overal in de wereld, die het bloed en de tranen ziet van de vele verdrukten in de periferie en die sinds het begin van zijn pontificaat voortdurend oproept tot vrede, rechtvaardigheid en zorg voor de schepping.

Alarmkreet vanuit Assisi

Maar het lijkt alsof de wereld niet luistert. De wereld staat in brand, maar niemand is bereid te blussen. Integendeel, er wordt olie op het vuur gegoten.

Franciscus ziet hoe het overal de verkeerde kant uitgaat.

Dat dwingt hem om andermaal een alarmkreet uit te slaken, dit keer in de vorm van een sociale encycliek over de broederlijkheid en de sociale vriendschap: Fratelli Tutti, allen broeders (en zusters). Die titel verwijst naar een wijsheidsspreuk van Franciscus van Assisi en moet inclusief gelezen worden: gericht aan alle mensen van goede wil.

Niet toevallig trok Franciscus afgelopen zaterdag naar Assisi – zijn eerste reis buiten Rome sinds de uitbraak van Covid-19 – om daar aan het graf van de Poverello zijn derde encycliek te ondertekenen en werd op zondag 4 oktober – de feestdag van Franciscus van Assisi en het einde van de scheppingsperiode in de kerk – de tekst wereldkundig gemaakt.

Daarmee toont de paus andermaal dat zijn naamskeuze een programma inhoudt: in de geest van die bedelbroeder pleit hij voor een arme kerk voor de armen, vrede, zorg voor de schepping, interreligieuze dialoog, broederlijkheid en een missionaire vernieuwing van de kerk. Dat alles komt in deze pauselijke wereldbrief samen met het oog op een post-Covid-wereld. 

Compilatie en synthese

Dat document vormt een culminatiepunt van dit pontificaat waarin de prioriteiten van Franciscus samenkomen en waarin hij een compilatie en een synthese van zijn denken geeft. Op de achtergrond zinderen zijn toespraken in de coronacrisis mee, maar evenzeer de exhortatie Evangelii Gaudium en de encycliek Laudato Si’.

Hij herhaalt opnieuw dat alles met alles verbonden is en dat we ofwel samen ten onder gaan, ofwel samen bouwen aan een nieuwe wereldorde.

Wat gerommel in de marge zal volgens Franciscus niet volstaan, het roer moet drastisch worden omgegooid als we de toekomst van onze planeet willen veiligstellen.

Er is een totaal nieuwe cultuur van broederlijkheid, solidariteit en verzoening nodig waarbij het algemeen belang en sociale cohesie terug de voorrang krijgen. De mosterd daarvoor haalde Franciscus ook uit de gemeenschappelijke verklaring over menselijke broederlijkheid voor wereldvrede en samenleven, die hij in februari 2019 in Abu Dhabi met de grootimam van Al-Azhar, Ahmad Al-Tayyeb, ondertekende. Zoals de groene patriarch Bartholomeos de paus inspireerde voor Laudato Si’, zo voelt hij zich nu aangemoedigd door de grootimam om al zijn gewicht in de schaal te werpen voor het heil van de wereld.

Goede leraar en arts

In Fratelli Tutti gaat Franciscus te werk als een goede leraar die hetzelfde nog eens anders uitlegt en als een arts die eerst de ziektes van deze tijd constateert, de onderliggende symptomen analyseert en tot slot remedies aanreikt om de kwalen te bestrijden.

Tot de wonden van deze tijd behoren de coronapandemie, de klimaatverandering, maar evenzeer “de derde wereldoorlog die we a pezzetti, beetje bij beetje, meemaken”. Populisme, liberalisme en individualisme moeten het ontgelden als oorzaken, want ze leiden tot uitbuiting en uitsluiting van de ander. Daartegenover stelt Franciscus een cultuur van ontmoeting, dialoog en respect, vanuit het besef dat we allemaal tot één mensenfamilie behoren.

Er is geen ik en zij, alleen wij, Fratelli Tutti.

Franciscus herinnert aan het verhaal van Kaïn en Abel – net als bij zijn eerste reis naar Lampedusa: “Waar is je broeder?”, “Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?” Het antwoord geeft de barmhartige Samaritaan. Hij loopt niet onverschillig in een boog om de problemen heen, maar ontfermt zich over de lijdende medemens. “There are people dying.” De tijd dringt, we weten wat we moeten doen: “Heal the world. Make it a better place”.

Bron: Kerknet.be