Lezingen van de dag – donderdag 25 mei 2017
Hemelvaart van de Heer
Hoogfeest
Vandaag verwijlen we bij één aspect van het rijke paasgebeuren. De verrezen Heer is niet langer met louter menselijke ogen te herkennen. Ook tot ons wordt gezegd: ‘Wat staan jullie naar de hemel te kijken?’ Op deze aarde, in onze wereld immers moeten wij getuigen van de Verrezene en verder werken aan zijn levensopdracht. Het hoogfeest van vandaag verkondigt ons een boodschap over onze eigen toekomst en bestemming. Ook wij zijn onderweg naar de liefde van de Vader.
Uit de Handelingen van de Apostelen 1, 1-11
In het boek van de Handelingen zet Lucas het verhaal van zijn evangelie verder. Tijdens de ontmoetingen met zijn leerlingen tussen zijn verrijzenis en zijn hemelvaart heeft Jezus het met hen herhaaldelijk gehad over hun zending en verantwoordelijkheid in de komst van het koninkrijk van God. Wanneer Jezus er niet meer is, zal de Kerk onder leiding van de heilige Geest op haar eigen benen moeten staan om haar opdracht tot een goed einde te brengen.
In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was.
Na zijn lijden en dood heeft Hij hun herhaaldelijk bewezen dat Hij leefde; gedurende veertig dagen is Hij in hun midden verschenen en sprak Hij met hen over het koninkrijk van God.
Toen Hij eens bij hen was, droeg Hij hun op: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van Mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’
Zij die bijeengekomen waren, vroegen Hem: ‘Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’
Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen.
Terwijl Hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’
Psalm 47, 2 + 3 + 6 + 7 + 8 + 9
Refr.: Onder luid gejuich steeg God omhoog.
Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang:
geducht is de Heer, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.
Onder gejuich steeg God omhoog,
de Heer steeg op bij hoorngeschal.
Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing Hem een lied.
God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.
God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.
Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 1, 17-23
Met hemelvaart zetelt Christus op de troon aan de rechterhand van de Vader. Als God en Heer ontkomt Hij voortaan aan de beperkingen van tijd en ruimte. Hij wordt de tijdgenoot van alle mensen. Zijn heil krijgt nu waarlijk een universele werkzaamheid.
Broeders en zusters,
moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van alle luister, u een Geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen, en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven.
Die macht was ook werkzaam in Christus toen God Hem opwekte uit de dood en Hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand, hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.
Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en Hem als hoofd over alles aangesteld, voor de Kerk, die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervult.
Ga en maak alle volkeren tot mijn leerlingen,
zegt de Heer:
Ik ben met u alle dagen
tot aan de voleinding van de wereld.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Mattëus 28, 16-20
‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had onderricht, en toen ze Hem zagen bewezen ze Hem eer, al twijfelden enkelen nog.
Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
Van Woord naar leven
Het feest van de Hemelvaart van de Heer wordt gevierd in de Paastijd. Natuurlijk, want het immers innig met het Paasfeest verbonden. Sterker nog, het vormt met het Paasfeest een eenheid en het laat zien wat eigenlijk bedoeld wordt met verrijzen. Verrijzen is ‘naar de hemel varen’. En ‘naar de hemel varen’ is totaal één worden met God. Verrijzen is totaal één worden, totaal één zijn met God. Bij Jezus gaat het over een wezenseenheid met God. En die eenheid bij Jezus is niet alleen iets dat door God gerealiseerd werd na de kruisdood van Jezus. Neen, ook in zijn aardse leven was en leefde Jezus totaal één en verbonden met God. Hij dacht als God, sprak als God, voelde als God, handelde als God. Welnu, het feest van Hemelvaart verkondigt ook, dat die eenheid en verbondenheid met God ook ons te wachten staat.Maar het feest roept ons bovendien ook op om die eenheid en verbondenheid met God ook in ons leven hier-en-nu na te streven, en dit, met ons hart en onze ziel, met onze geest en met ons lichaam. Telkens als we dat doen nemen we deel aan de hemelvaart van Jezus.De vraag is: hoe doen we dat? Hoe zoeken en beleven we die eenheid met God? Hoe heiligen we ons leven? Het antwoord op deze vraag zou eigenlijk al moeten gekend zijn. Het is samen te vatten in twee woorden waarvan ik hoop dat ze jullie bekend in de oren klinken: Ora et labora! Bid en werk. Met bidden bedoelen we hier zowel het bidden als het deelnemen aan de liturgie en het ontvangen van sacramenten. Met werken bedoelen we het daadwerkelijk opnemen van verantwoordelijkheid voor het welzijn en het geluk van anderen, het streven naar een wereld van vrede en rechtvaardigheid en het zorg dragen voor alle leven en voor de medemens. Met werken bedoelen we dus daadwerkelijke liefde, inzet en dienstbaarheid.Opdat het bidden en het werken echter echte wegen zouden kunnen zijn naar eenheid en verbondenheid met God, zijn er echter enkele voorwaarden. Ik wil hier eentje geven. Zowel het bidden als het werken moet ontdaan zijn van ik-gerichtheid, van eigenbelang. Dat is niet iets dat bij ons van meet af aan lukt. Ik zou zelfs durven zeggen dat God vaak eigenbelang en ik-gerichtheid gebruikt om mensen tot het goede te brengen, zoals de verloren zoon ook door honger gedreven naar zijn vader weerkeerde. Dat is de reden waarom we nog mogen oordelen over de motieven van een ander. Maar het gaat verkeerd als alleen eigenbelang een rol speelt! Waarschuwde Jezus niet tegen alle vormen van gebed en goede werken die alleen maar tot doel hebben gezien te worden door God en de mensen? Het is dus niet verboden het goede te doen omdat dit onze dagen vult met aangename en zinvolle tijdsbesteding, maar onze inzet moet er ook zijn als het minder aangenaam en zinvol lijkt en het ik niet onmiddellijk bevrediging erin vindt.Moge de Hemelvaart van de Heer ons tot hemelse mensen maken voor ieder.Met dank aan het Open Contemplatie Huis.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Heer Jezus, ik geef U mijn handen om uw werk te doen, ik geef U mijn voeten om uw weg te gaan, ik geef U mijn ogen om te zien zoals Gij ziet, ik geef U mijn mond om uw woorden te spreken, ik geef U mijn verstand zodat Gij in mij moogt denken, ik geef U mijn geest zodat Gij in mij kunt bidden. Maar bovenal geef ik U mijn hart zodat Gij in mij de Vader en alle mensen en al het geschapene kunt liefhebben, ik geef mij helemaal aan U zodat Gij kunt groeien in mij en zodat Gij het zijt, Heer Jezus, die in mij leeft en werkt en bidt. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.