4e zondag van de advent C
Geliefde mensen,
Vandaag, bij het aansteken van de vierde kaars van de adventskrans, mogen we reeds de diepe vreugde proeven van de komst van de Messias. De profeet Micha wijst ons op Betlehem, het kleine en nederige dorp waaruit een grote koning zal opstaan, een herder die vrede en veiligheid zal brengen voor de hele wereld. In de brief van Paulus aan de Hebreeën lezen we hoe deze Messias, Jezus Christus, niet kwam om offers te brengen zoals die volgens de oude wet werden voorgeschreven, maar zichzelf gaf als het ultieme offer, volledig in gehoorzaamheid aan Gods wil, om ons voor altijd te heiligen. In het evangelie zien we hoe de vervulling van Gods belofte zichtbaar wordt in de ontmoeting tussen Maria en Elisabet. Maria, die het woord van God heeft omarmd, draagt de Messias in haar schoot, en Elisabet herkent in haar bezoek de vervulling van Gods belofte. Deze vreugdevolle ontmoeting weerspiegelt de vreugde die we ervaren bij het naderend kerstfeest, komende woensdag, wanneer we de geboorte van onze Heer vieren.
Laten we, met Maria en Elisabet, in geloof en dankbaarheid uitzien naar de komst van de Vredevorst.
Uit de profeet Micha 5, 1-4a
Micha kondigt profetisch de komst aan van de Messias, een herder-koning die, geworteld in het verleden en bekleed met goddelijke macht, vrede en veiligheid zal brengen aan de hele wereld.
Dit zegt de Heer: ‘Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor Mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.’
Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de Heer, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.
Tussenzang: Uit psalm 80
(Tekst onder geluidsfragment)
Refr.: God, richt ons weer op en wij zullen gered zijn.
Herder van Israël, hoor ons aan,
die troont op de Kerubs, verschijn met luister.
Werp uw macht in de strijd,
kom om ons bij te staan.
God van de heerscharen, keer toch terug,
zie neer uit de hemel en let op uw wijngaard.
Bescherm wat uw eigen hand heeft geplant,
het stekje dat Gij hebt gekweekt.
Laat uw hand op uw gunsteling rusten,
op het kind dat Gij grootgebracht hebt.
Nooit meer zullen wij U verlaten;
bewaart Gij ons leven, dan prijzen wij U.
Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 10, 5-10
Paulus benadrukt dat Christus door zijn komst en zelfgave het oude offersysteem overstijgt, en door zijn gehoorzaamheid aan Gods wil definitieve heiliging brengt voor de mensheid.
Broeders en zusters,
als Christus in de wereld komt, zegt Hij tot de Vader: ‘Offers en gaven hebt U niet verlangd, maar U hebt Mij een lichaam gegeven; brand- en reinigingsoffers behaagden U niet. Toen heb Ik gezegd: “Hier ben Ik,” want dit staat in de boekrol over Mij geschreven: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’
Eerst zegt Hij: ‘Offers en gaven hebt U niet verlangd, brand- en reinigingsoffers behaagden U niet’ – ook al zijn dit offers die volgens de wet worden gebracht. Dan zegt Hij: ‘Hier ben Ik, Ik ben gekomen om uw wil te doen,’ waarmee Hij het eerste opheft om het tweede van kracht te doen zijn.
Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
De Heer wil ik dienen:
laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Lucas 1, 39-45
We horen hoe Maria, gedragen door geloof en vreugde, haar nicht Elisabet bezoekt; een onmoeting getekend door een heilige vreugde en erkenning van Gods beloften.
In die dagen reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.