Lezingen van de dag – zondag 27 maart 2016
Pasen
Hoogfeest
Elkaar vandaag een gelukkige of zalige hoogdag toewensen is een mooie en zinvolle gewoonte. Deze paaszondag is immers dé Dag des Heren bij uitstek. Het is de ‘Dag die de Heer heeft gemaakt!’ Daarom kunnen wij blij zijn en jubelen: ‘Alleluia, Christus is verrezen, alleluia!’
Ook wijzelf kunnen delen in die vreugde. Hij, Christus Jezus, heeft ons immers radicaal nieuw gemaakt. Met Hem verrezen tot een nieuw leven, zijn wij ook uitgenodigd mét Hem te leven! Daarom kunnen wij vandaag, als dankbare, gelovige kinderen, de Vader jubelend danken voor zoveel goedheid.
Uit de Handelingen van de Apostelen 10, 34a + 37-43
Alleen een kleine groep mensen kon getuigen van het paasmysterie. Zij waren niet enkel de getuigen geweest van Jezus’ openbaar leven maar ook van zijn verrijzenis. En als wij vandaag geloven, dan is dat in de kracht van hun ervaring zn hun geloof.
Petrus nam het woord en zei:
‘U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond Hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat Hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem.
Zeker, ze hebben Hem gedood door Hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft Hem op de derde dag weer tot leven gewekt en Hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de dood was opgestaan.
Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat Hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van Hem getuigen alle profeten dat iedereen die in Hem gelooft door zijn Naam vergeving van zonden krijgt.’
Psalm 118, 1-2 + 16-17 + 22-23
Refr.: Alleluia – alleluia – alleluia
Loof de Heer, want Hij is goed,
eeuwig duurt zijn trouw.
Laat Israël zeggen:
‘Eeuwig duurt zijn trouw’.
De rechterhand van de Heer verheft mij,
de rechterhand van de Heer doet machtige daden.
Ik zal niet sterven, maar leven,
en de daden van de Heer verhalen.
De steen die de bouwers afkeurden,
is een hoeksteen geworden.
Dit is het werk van de Heer,
een wonder in onze ogen.
Uit de brief van Paulus aan de Kolossenzen 3, 1-4
Voor de gedoopten heeft het eeuwig leven van de Verrezene nog niet zijn volle heerlijkheid bereikt. Maar vanaf vandaag, in het licht van het Koninkrijk waarnaar zij op weg zijn, moeten de christenen de ware zin van hun bestaan vinden.
Broeders en zusters,
als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met Hem, in luister verschijnen.
Christus, ons Paaslam, is opgestaan.
Laat ons feest vieren in de Heer.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Johannes 20, 1-9
Jezus leeft! Petrus, het hoofd van het apostelcollege, is als eerste het graf binnengegaan en heeft het officieel vastgesteld. Maar het is Johannes, de leerling die Jezus liefhad, die met zijn intuïtieve liefde het teken van het lege graf onmiddellijk verstaat.
Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze Hem nu neergelegd hebben.’
Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek.
Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan.
Van Woord naar leven
De overweging op deze Paaszondag is van de hand van Frans Mistiaen, sjIk suggereer het verhaal van Maria Magdalena en de tuinman vv 10-18 erbij te nemen, dat vreemd genoeg anders nooit in een zondagsevangelie voorkomt.In dit paasverhaal zitten er twee bewegingen die ook wij voortdurend ervaren: op weg naar het graf, naar de dood en weg van de dood, naar het leven.Maria Magdalena kon het blijkbaar niet nalaten nog eens naar het graf te gaan kijken. Het is toch wel vreemd hoe ook wij soms geneigd zijn naar de dood toe te trekken. In onze gedachten keren wij regelmatig terug naar de dode punten van ons leven, naar die eeltige plekken in ons hart die geen echte liefde doorlaten en die eigenlijk geen toekomst bieden: overdreven emoties of starre rationaliteit. Soms worden wij door onze gevoelens overweldigd, zoals de schreiende Maria Magdalena, die emotioneel aan de dode Jezus gehecht bleef. Op andere momenten geraken wij verstard door ons analyserend verstand, zoals Petrus. Hij liep naar het graf met ogen die alleen maar uiterlijke dingen wilden controleren en verifiëren en dus niet het echte leven konden zien en geloven, zoals de door Jezus beminde leerling wel deed. Onze emoties zowel als onze rationaliteit zijn soms echt dodelijk voor ons, maar we worden erdoor verlokt. Hoe is het mogelijk dat mensen soms zo sterk naar de dood worden gezogen?Met Pasen vieren wij dat de tegenbeweging op gang is gekomen. Onze God zet ons duidelijk op een andere weg. Hij stuurt ons altijd maar opnieuw juist de andere kant op, weg van het graf en de dood, naar het leven, waar Jezus is. Het gebeurt dan ook regelmatig dat wij Jezus' nieuwe aanwezigheid beginnen te herkennen in heel gewone mensen op onze weg. Maria Magdalena werd in al haar verdriet aangesproken door een tuinman, die liefdevol bekommerd was om haar schreien, en die haar dan noemde bij haar naam. En dat deed haar herleven. Hierdoor herkende zij in die gewone tuinman Jezus' aanwezigheid. Wanneer wij ons persoonlijk aangesproken voelen bij onze naam, dan bloeit ons hart open, wordt onze droefheid en zelfbetrokkenheid doorbroken en vinden wij opnieuw de kracht om verantwoordelijkheid te nemen voor anderen. Want de boodschap, die Maria Magdalena van de verrezen Jezus kreeg, biedt haar en ons vandaag niet alleen een nieuw inzicht, maar ook een nieuwe opdracht. "Houd mijn aardse lichaam niet vast!" zegt Jezus, "Ik leef voortaan bij God de Vader, die innig van allen houdt." Dat betekent dat Jezus voortaan op een heel nieuwe manier, zichtbaar en tastbaar onder ons aanwezig wil zijn, in een ander soort Lichaam, namelijk in zijn kerkgemeenschap. "Ga dáár naartoe!" zegt Jezus "Ga naar mijn broers en mijn zussen! Daar leef Ik!" zegt Hij tot Magdalena en tot ons vandaag. Voortaan is dat dus de plaats waar Hij merkbaar en tastbaar is: niet in het graf van de dood, wel in de levende gemeenschap van zwakke, zondige, maar gelovige mensen, die als broers en zussen Hem willen blijven gedenken, beleven, vieren en navolgen.Vandaag spreekt de Heer ons allen persoonlijk aan bij onze naam. "Zoek het toch niet bij de dood. Blijf niet stilstaan bij de dode punten in je leven, bij die eeltige plekken van je hart waar je geen liefde meer doorlaat. Ook voor jou is er een nieuwe liefde mogelijk, een belangeloze, zich-gevende liefde, die sterker is dan elke dood. Zoek de relaties en de gemeenschap op waar die liefde kansen krijgt. Daar leef Ik, als verrezen Heer, nu. Daar is voor jou nu het echte leven te vinden."Dat is onze opdracht: door kleine woorden en gebaren boodschappers worden van die hoop, tegen alle wanhoop in, dat er voor elke mens een nieuwe liefde, nieuw leven mogelijk is. In plaats van te schreien over het dode in ons eigen hart, mensen persoonlijk aanspreken bij hun naam, om hen te bemoedigen en te brengen tot vernieuwde inzet, en zo vandaag de levende Christus te vinden in het nieuwe Lichaam van zijn liefdesgemeenschap, waartoe wij aan het groeien zijn.Zalig Pasen !Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.Laten wij bidden
Heer Jezus, raak ons allen aan met uw paasgenade, opdat wij paasmensen mogen zijn: mensen die zich verlost weten door U, mensen die ten diepste blij zijn om die verlossing, mensen die vanuit de paasgenade Vrede dragen en uitdragen, uw liefde uitzingen in alles wat ze doen en laten. Kom Jezus, beziel ons allen met Uzelf, en geef ons de eenvoud van het evangelie dat ons doet leven in U. Alleluia. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.