Lezingen van de dag – dinsdag 22 dec. 2015
DINSDAG IN DE 4e WEEK VAN DE ADVENT
Uit het eerste boek Samuël 1, 24-28
Hanna had een belofte gedaan: indien haar verlangen naar het moederschap in vervulling zou gaan, was ze bereid haar jongen aan de dienst van de Heer af te staan. Vandaag vernemen we hoe Hanna met haar zoon Samuël haar belofte nakomt.
In die dagen nam Hanna Samuël mee naar Silo en bracht hem, zo jong als hij was, naar het heiligdom van de Heer. Ze had ook een driejarige stier bij zich, een efa meel en een zak wijn. Ze slachtten de stier en brachten de jongen naar Eli.
Daar zei Hanna: ‘Neem me niet kwalijk, heer, zo waar u leeft, ik ben de vrouw die destijds hier bij u tot de Heer heeft gebeden. Om deze zoon heb ik gebeden, en de Heer heeft mij gegeven waar ik om heb gevraagd. Nu geef ik hem op mijn beurt aan de Heer, voor alle dagen die hem gegeven zijn.’
Toen knielde Eli voor de Heer.
1 Sam. 2, 1 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8abcd
Refr.: De Heer doet mijn hart van vreugde slaan.
Nu juicht mijn hart dankzij de Heer,
fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de Heer.
Mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,
want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.
De boog van de helden is gebroken,
en wie wankelen weten zich gesterkt.
Die genoeg hadden, verkopen zich voor brood,
en wie hongerden zijn verzadigd.
De onvruchtbare baart zeven zonen,
en wie veel kinderen heeft, verwelkt.
De Heer doet sterven en doet leven,
zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.
De Heer maakt arm en Hij maakt rijk,
vernedert diep en heft hoog op.
De zwakke en de arme helpt Hij overeind,
Hij haalt hen uit het stof en uit het slijk.
Tussen de edelen zet Hij hen neer,
Hij houdt een ereplaats voor hen vrij.
Uit het evangelie volgens Lucas 1, 46-56
Het evangelie verhaalt ons een lied van een dankbare moeder. Maria zingt haar geluk uit bij haar nicht Elisabeth: ‘Mijn hart prijst hoog de Heer…’. Sindsdien zingen alle generaties van christenen dit lof- en danklied tot Hem, die ons zijn Zoon geschonken heeft.
Bij haar bezoek aan Elisabeth sprak Maria:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
Van Woord naar leven
Enkele dagen geleden spraken we hier nog over de 'anawim', de armen van Jahwe. Het zijn zij waarover Jezus spreekt in de acht zaligheden: de nederigen, degenen die in de eenvoud van hun hart leven in Gods nabijheid en vol verwachting uitkijken naar wat God geven gaat. Vandaag horen we Maria haar Magnificat zingen. Het is een lied dat de gezindheid van de anawim op een heel mooie en diepe wijze verwoordt. Het is puur gebed. Het zijn woorden die zich vereenzelvigen met Gods Woord. Ze zijn met elkaar verweven als een web van liefde.Kunnen wij 's morgens ook zo bidden... met diezelfde gezindheid. In wezen is het niet moeilijk. Het enige wat gevraagd wordt is geloof. Geen ingewikkeld geloof, geen naïef geloof, maar een eenvoudig en puur geloof, met je hart in de hemel en je voeten op de grond. Een geloof dat berust op het besef dat God in zijn onmetelijke goedheid ons bewoont in zijn Zoon in de liefde van de heilige Geest. Het is leven in een vrede die haar wortels vindt in God zelf. Het is leven met weinig blablabla, maar in stilte je werken verrichtend waarin het gebed niet verloren gaat en waarin dus de Heer zijn leven kan leven. Al wat gedaan wordt, zal vanuit Hem gedaan worden, vanuit die stille vrede die de 'armen van Jahwe' zo kenmerken. Ze leven biddend; in, met en door de Heer. En door hen trekt Jezus al weldoende rond... Gods liefde uitdragend naar allen en alles.Vandaag ontmoet Maria haar nicht Elisabet. Het is een ontmoeting die diep getekend is door blijheid en dankbaarheid dat uitmondt in een lied van lof tot God. Prachtig! Laten we misschien op vrije momenten deze dag dit loflied herlezen, meerderde malen, en het hoe langer hoe meer biddend lezen. Misschien zelfs zingen... (Bidden is dubbel bidden... zei Augustinus). Dat de woorden van dit lied niet enkel mooie woorden mogen blijven, maar dat ze tot leven mogen komen in ons hart, dat ze heel ons zijn mogen vervullen, en ons mogen aanzetten met veel blijheid uit te kijken naar donderdagnacht.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.Laten wij bidden
Maria, met u prijst en looft mijn ziel de Heer, met u juicht mijn hart om God, mijn redder. Hij had oog voor u, zijn dienares. Alle geslachten zullen u voortaan gelukkig prijzen. Ja, grote dingen heeft de Machtige voor ons gedaan; heilig is zijn Naam ! Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereren. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm, wie zich verheven wanen verdrijft Hij, heersers stoot Hij van hun troon, en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, rijken stuurt Hij heen met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd. Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en heel zijn nageslacht, tot in eeuwigheid. Ja Maria, met u prijst en looft mijn ziel de Heer. Tot in lengte van dagen. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.