Leestip van de dag – dinsdag 5 september 2017
In de voetstappen van de Heer
Woord van leven – Focolare september 2017
“Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen” (Mat 16, 24).
Jezus bevindt zich midden in zijn openbaar leven en verklaart aan iedereen dat het Rijk Gods nabij is. Hij bereidt zich voor om naar Jeruzalem te gaan. Zijn leerlingen hebben de grootheid van zijn zending begrepen en erkennen in Hem de Gezondene van God. Zij hopen dat nu eindelijk de bevrijding komt van het Romeinse juk en dat de morgen aanbreekt van een betere wereld, met vrede, voorspoed en welvaart.
Maar Jezus wil deze illusies niet versterken. Hij zegt helder en duidelijk dat zijn reis naar Jeruzalem Hem geen triomf zal brengen, maar verwerping, lijden en dood. Hij verklaart ook dat Hij op de derde dag zal verrijzen.
Dat zijn woorden die moeilijk te begrijpen zijn en nauwelijks te accepteren. Petrus probeert Jezus zelfs van zijn plan af te brengen. Na een strenge vermaning aan Petrus richt Jezus zich tot alle leerlingen met een verbijsterende uitnodiging: “Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.”
Wat vraagt Jezus met deze woorden eigenlijk van ons? Wil Hij dat we onszelf verachten? Dat we ons allemaal toewijden aan een ascetisch leven? Vraagt Hij ons het lijden te zoeken om aangenaam te zijn aan God?
Nee, dit Woord spoort ons aan om op weg te gaan in de voetstappen van Jezus, en de levensstijl van het evangelie aan te nemen. Dat betekent ook het lijden niet te ontkennen. Jezus leert ons juist daar een onverwacht licht in te ontdekken. Dan gebeurt er zoiets als wanneer we een kerk binnengaan en ontdekken hoe prachtig de donkere glas-in-loodramen kunnen oplichten, die van buiten gezien somber en lelijk lijken.
Jezus en het Evangelie nodigen ons uit om niet onszelf meer als centrum van de wereld te beschouwen maar om verder te kijken dan de logica van het persoonlijk belang: oog hebben voor de noden van anderen, tijd en energie besteden om anderen gelukkig te maken, mensen bemoedigen en troosten. Deze bevrijding uit ons egoïsme helpt ons te groeien in menselijkheid en geeft ons een vrijheid die onze persoonlijkheid ten volle realiseert.
Jezus nodigt ons uit om ook stand te houden te midden van onbegrip van onze omgeving en ons te blijven inzetten voor het ideaal van broederschap en een beschaving van liefde.
Chiara Lubich heeft in de gekruisigde en verlaten Jezus de weg gevonden om kwetsuren en verdeeldheid te overwinnen. Het lijden dat op onze weg komt, maakt ons deelgenoot aan zijn lijden: we mogen er dus zijn aanwezigheid in herkennen. Zij schreef: “Laten we doen zoals Jezus, die niet verlamd en verdoofd raakte maar aan het einde uitriep: ‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest’ en zich weer overgaf aan de Vader. Net zoals Hij kunnen wij de beproeving overwinnen door tot Hem te zeggen: ‘Mijn lijden doet mij aan uw lijden denken en ik zie er een uitdrukking van uw gelaat in.’ Als we dan in het moment daarna onze broer of zuster liefhebben en doen wat God van ons wil, ervaren we dat het lijden verandert in vreugde.”
Ook in de omgeving waarin we leven kunnen momenten van verdeeldheid voorkomen. Ook daarin kunnen we zijn gelaat zien. Dat kan ons helpen om de blokkade in ons en misschien ook wel onder ons te overwinnen. Laten we altijd opnieuw de weg naar de broederschap inslaan.
Letizia Magri
Bron: Focolare.nl