Leestip van de dag – donderdag 11 mei 2017
Heilige neutraliteit
De toekomst ligt niet in een wereld zonder religies, maar in een wereld van openheid en respect. Lees het Standpunt van Luk Vanmaercke.
Met de regelmaat van de klok steekt het debat over levensbeschouwelijke neutraliteit de kop op. Favoriete onderwerpen zijn dan de vervanging van godsdienstlessen op school door een neutraal vak levensbeschouwing of de afschaffing van de overheidsfinanciering voor de erkende religies in ons land. Telkens is de boodschap dezelfde: de overheid mag geen geld geven aan de verspreiding van godsdiensten, ze moet zich strikt neutraal opstellen.
Heilige neutraliteit, bid voor ons, e-mailde een
priester mij, met een gezonde dosis ironie.
Neutraliteit bestaat niet, was zijn oordeel, iedereen neemt permanent posities in, desnoods door te zwijgen. Dat is een juiste analyse. Of de overheid nu kunst, sociale projecten, onderwijs of ontwikkelingssamenwerking financiert, het geld komt terecht bij mensen en organisaties die daar vanuit een visie iets mee aanvangen.
Die visies zijn onderling vaak tegenstrijdig en zeker niet neutraal. Gelukkig maar. Wat zouden we in een gortdroge wereld leven als iedereen die met belastinggeld werkt neutraal moest zijn.
Samenlevingsopbouw
De reden waarom de overheid al die initiatieven financiert, is omdat we erkennen dat onze samenleving behoefte heeft aan een breed middenveld, dat vanuit een niet-commerciële logica aan samenlevingsopbouw doet. De bedoeling is daarbij niet dat ieder van ons elk initiatief genegen is, maar dat het totaalplaatje onze samenleving rijker, warmer, levendiger, socialer of creatiever maakt.
Daarom betaal ik als katholiek graag mee voor de
financiering van vrijzinnigen, joden of moslims.
Of draag ik mee mijn steentje bij aan cultuurprojecten waarvan ik zelf nooit gebruik maak of aan sociale initiatieven die nooit iets voor mij zullen doen. Het is het grotere geheel waar het finaal om gaat.
Zoals de automobilist mee betaalt voor het openbaar vervoer en de wielerliefhebber een deel van zijn belastingen naar de beveiliging van voetbalstadions ziet gaan, zo betaalt ook de ongelovige of andersgelovige voor religies die de zijne niet zijn.
We betalen immers niet omdat we zelf tot een religie behoren,
maar omdat we erkennen dat religies hun plaats
hebben in de samenleving.
Het alternatief is dat iedereen zijn eigen rekening maakt en van zichzelf de norm maakt voor wat we wel of niet willen financieren.
Beweging boven stilstand
Het is belangrijk dat onze samenleving het nut inziet van een vrij initiatief dat leidt tot een grote veelzijdigheid. Van gedrevenheid en betrokkenheid. Van engagement dat niet op geldgewin drijft, maar op overtuiging. Van waarden en idealen die van generatie op generatie worden doorgegeven.
Van een wereld waarin we het vaak met elkaar oneens zijn,
maar tegelijk de waarde van elkaars
ideeën durven te respecteren.
Dat levert een samenleving op die dynamisch is, waarin mensen de handen uit de mouwen steken, waarin botsende ideeën tot nieuwe en rijpere inzichten leiden. Een samenleving die beweging verkiest boven stilstand.
Uniek en gelijkwaardig
Het katholiek onderwijs heeft dat goed begrepen. Het model van de katholieke dialoogschool vertrekt van een realistisch uitgangspunt, met name een sterk geseculariseerde samenleving, maar blijft kiezen voor een duidelijke identiteit in dialoog met de wereld. Ook kinderen en ouders die zichzelf niet als katholiek beschouwen, weten dat hun school dat wel is. De godsdienstles is geen indoctrinatie, maar gaat vanuit een geloofsovertuiging het gesprek aan met zowel gelijkgezinden als andersgezinden.
Onze toekomst ligt niet in een wereld zonder religies,
maar in een wereld van openheid en respect
ten aanzien van elkaars overtuigingen.
Conflicten worden niet beslecht door levensbeschouwingen naar het verborgene te verbannen, maar door elkaar in alle omstandigheden te beschouwen als unieke en gelijkwaardige mensen. Die houding is veel meer ruimdenkend, waardevol en toekomstgericht dan de artificiële cultus van de zogenaamde neutraliteit.
Luc Vanmaercke
Bron: Kerk en Leven