Leestip van de dag – maandag 10 april 2017
Onze hoop is geen gevoel, maar
een persoon: de Heer Jezus
In zijn catechese tijdens de audiëntie op woensdag 5 april vraagt paus Franciscus de hoop niet verborgen te houden in ons hart maar te laten zien.
Geliefde broers en zussen, goedendag!
De Eerste Brief van de apostel Petrus draagt in zich een buitengewone lading! Men moet hem eenmaal, tweemaal, driemaal lezen om die buitengewone lading te verstaan: hij slaagt erin grote troost en vrede te geven door te laten aanvoelen hoe de Heer altijd bij ons is en ons nooit verlaat, vooral niet op de meest delicate en moeilijke situaties in ons leven. Wat is het geheim van deze brief, en vooral van de passage die we zojuist hebben gehoord (cf. 1 Pe 3,8-17)? Dat is een vraag. Ik weet dat jullie vandaag het Nieuwe Testament zullen nemen, de Eerste Brief van Petrus zult zoeken en hem langzaam, langzaam zult lezen om het geheim en de kracht van die brief te verstaan. Wat is het geheim van deze brief?
Het geheim bestaat erin dat dit geschrift zijn wortels rechtstreeks in Pasen heeft, in het hart van het mysterie dat we gaan vieren en ons op die wijze alle licht en vreugde laat aanvoelen die ontspringen aan de dood en de verrijzenis van Christus.
Christus is verrezen!
Christus is waarlijk verrezen! Dat is een mooie begroeting voor op paasdag. Christus is verrezen! Christus is verrezen!, zoals vele mensen doen. Ons eraan herinneren dat Christus verrezen is, bij ons leeft. Hij leeft en woont in ieder van ons. Dat is de reden waarom de Heilige Petrus ons met aandrang uitnodigt Hem te aanbidden in onze harten (cf. v. 16). Daar is de Heer gaan wonen op het ogenblik van ons doopsel en van daar blijft Hij ons en ons leven vernieuwen door ons te overladen met zijn liefde en met de volheid van de Geest. Dat is de reden waarom de apostel ons uitnodigt rekenschap te geven van de hoop die in ons leeft (cf. v. 16): onze hoop is geen begrip, het is geen gevoel, het is geen gsm, geen massa rijkdom!
Onze hoop is een Persoon, het is de Heer Jezus die we levend en aanwezig aantreffen in onszelf en in onze broeders, omdat Christus verrezen is.
De Slavische volkeren groeten elkaar in de dagen na Pasen in plaats van goedendag of goede avond zeggen ze: Christus is verrezen! Christos voskrese! Ze zijn blij dat ze dat kunnen zeggen (…)
Jezus als model naar te leven
We verstaan dan dat men van deze hoop niet zozeer rekenschap moet geven op theoretisch vlak, met woorden, maar vooral door levensgetuigenis, zowel binnen als buiten de christelijke gemeenschap. Als Christus leeft en in ons woont, in ons hart, dan moeten we ook mogelijk maken dat Hij zichtbaar wordt, Hem niet verbergen, dat Hij in ons werkt. Dat betekent dat de Heer Jezus steeds meer ons model moet worden: model om naar te leven en dat wij moeten leren ons te gedragen zoals Hij zich heeft gedragen. Doen wat Jezus deed.
Met andere woorden, de hoop die in ons woont, mag niet verborgen blijven in ons hart. Dat zou een zwakke hoop zijn die niet naar buiten durft komen en zich laten zien.
Onze hoop echter, zoals uit de door Petrus geciteerde Psalm 33 oplicht, moet naar buiten uitbreken en de uitgelezen en onmiskenbare vorm aannemen van zachtheid, eerbied, welwillendheid tegenover de naaste en er zelfs toe komen vergiffenis te schenken aan wie ons kwaad berokkend heeft.
Wie geen hoop heeft, kan geen vergiffenis schenken en de troost hebben van het vergeven.
Zo immers heeft Jezus gehandeld, zo blijft Hij handelen door hen die in hun hart voor Hem ruimte maken, in het bewustzijn dat men kwaad niet met kwaad overwint, maar door nederigheid, barmhartigheid en zachtmoedigheid. Maffiosi denken dat men kwaad met kwaad kan overwinnen, vandaar de vendetta en de andere misdrijven die we kennen Maar ze weten niet wat nederigheid, barmhartigheid en zachtmoedigheid is. Waarom? Omdat maffiosi geen hoop hebben. Denkt daaraan.
Elkaar zegenen
Dat is de reden waarom Petrus zegt dat het beter is te lijden voor het goede dat men doet dan straf te ondergaan voor misdrijven (v. 17). Dit wil niet zeggen dat het goed is te lijden, maar dat, als we omwille van het goede lijden, in verbondenheid zijn met de Heer, die aanvaard heeft te lijden en gekruisigd te worden voor onze redding.
Wanneer wij dus, in de mindere of belangrijke omstandigheden van ons leven, aanvaarden te lijden voor het goede, dan is het alsof we rondom ons zaden van verrijzenis strooien, zaden van leven en alsof we in de duisternis het licht van Pasen laten schitteren.
Daarom spoort de apostel ons aan altijd te antwoorden elkaar zegenend. De zegen is geen formaliteit, het is niet alleen een teken van hoffelijkheid, maar het is een groot geschenk dat we zelf eerst hebben ontvangen en dat we kunnen delen met de broeders. Het is de verkondiging van de liefde van God, een mateloze liefde, die niet uitgeput raakt, nooit tekort schiet en die het ware fundament is van onze hoop.
Levende en lichtende tekens van hoop
Geliefde vrienden, we verstaan ook waarom de apostel Petrus ons zaligen noemt als we omwille van de gerechtigheid zouden moeten lijden (cf. v. 13). Dat is niet om een morele of ascetische reden, maar omdat we, telkens we de zijde kiezen van de geringen en de uitgestotenen of wanneer we op het kwaad niet reageren met kwaad, maar met vergiffenis, zonder vendetta, vergevend en zegenend, telkens we zo handelen, schitteren we als levende en lichtende tekens van hoop en worden zo instrument van troost en vrede, naar het hart van God. Zo gaan we verder, met zachtheid, met bescheidenheid, met genegenheid, terwijl we het goede doen ook aan hen die niet van ons houden, of ons kwaad berokkenen. Vooruit!
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
Bron: Kerknet.be