Lezingen van de dag – donderdag 30 juni 2016
donderdag in week 13 door het jaar
Uit de profeet Amos 7, 10-17
De profeet Amos krijgt een uitwijzingsbevel om het land Samaria te verlaten. Een functionaris van een vreemde eredienst brengt hem dat. Maar hij negeert het, want het is in strijd met het bevel dat God hem gegeven heeft. Hij zet zich in voor echte godsdienstigheid, niet voor formalisme en uiterlijkheid.
In die dagen stuurde Amasja, de priester van Betel, deze boodschap aan Jerobeam, de koning van Israël: ‘Amos hitst de Israëlieten tegen u op; het volk zal geen weerstand aan zijn woorden kunnen bieden. Hij zegt dat u, Jerobeam, door het zwaard zult sterven en dat Israël van zijn grond zal worden verbannen.’
Daarna zei hij tegen Amos: ‘Ziener, verdwijn! Ga naar Juda en verdien daar je brood, ga daar maar profeteren. Hier in Betel mag je niet langer profeteren, want dit is het heiligdom van de koning, de tempel van het koninkrijk.’
Maar Amos antwoordde Amasja: ‘Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen profetenleerling. Ik ben veeboer en vijgenteler. Maar de Heer heeft me van achter mijn schapen vandaan gehaald, en het is de Heer die tegen me heeft gezegd: “Ga naar mijn volk Israël en profeteer daar.” Luister daarom naar de woorden van de Heer. Jij zegt dat ik niet mag profeteren in Israël, geen profeet mag zijn voor Isaaks volk. Daarom – zegt de Heer – zal je vrouw in de stad als hoer moeten leven, zullen je zonen en dochters sterven door het zwaard en zal je land in stukken worden verdeeld. Jijzelf zult op onreine grond sterven en Israël zal van zijn grond worden verbannen.’
Psalm 19, 8-11
Refr.: De wet van de Heer is volmaakt, levenskracht voor de mens.
De wet van de Heer is volmaakt:
levenskracht voor de mens.
De richtlijn van de Heer is betrouwbaar:
wijsheid voor de eenvoudige.
De bevelen van de Heer zijn eenduidig:
vreugde voor het hart.
Het gebod van de Heer is helder:
licht voor de ogen.
Het ontzag voor de Heer is zuiver,
houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de Heer zijn waarachtig,
rechtvaardig, geheel en al.
Ze zijn begeerlijker dan goud,
dan fijn goud in overvloed,
en zoeter dan honing,
dan honing vers uit de raat.
Uit het evangelie volgens Matteüs 9, 1-8
Dat God zonden kan vergeven en zieken kan genezen is nog wel aanvaardbaar als wij in Hem geloven. Dat Hij deze macht ook gegeven heeft aan mensen lijkt ons vaak niet aanvaardbaar. Toch is het bij ons een geloofsovertuiging dat Jezus deze macht gaf aan zijn Kerk.
Jezus stapte weer in de boot en stak over, terug naar zijn eigen stad.
Daar probeerden een paar mensen een verlamde bij Hem te brengen die op een draagbed lag. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.’
Daarop zeiden enkele schriftgeleerden bij zichzelf: Wat een godslasterlijke taal!
Jezus doorzag hun gedachten en zei: ‘Waarom hebt u zulke boosaardige gedachten? Wat is gemakkelijker, te zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’
Toen zei Hij tegen de verlamde: ‘Sta op, pak uw bed en ga naar huis.’
En hij stond op en ging naar huis.
Bij het zien hiervan werden de mensen met ontzag vervuld en ze loofden God, om de macht die Hij aan mensen heeft verleend.
Van Woord naar leven
De overweging van vandaag is van de hand van J. Bots, sjAls Jezus barmhartigheid verkondigt, als Hij barmhartig is, dan denken ze kwaad over Hem en daarom gaat Jezus uit zichzelf weg. Hij wordt als het ware weggekeken. 'Wat een godslasterlijke taal!' Bij een andere evangelist staat er nog bij: 'Wie anders kan er zonden vergeven dan God alleen?' (Mc 2,7). Niemand kan immers de zonden ongedaan maken, goedmaken. Gedane zaken nemen geen keer, het blijft altijd waar dat je een ander leven had kunnen leiden. Je zou je handen willen schoonwassen, je vuile handen reinigen. Je zou willen dat het niet gebeurd was. Maar het is gebeurd en het is niet ongedaan te maken. Je hebt vuile handen en die blijven vuil. Zo was en is het in ieder geval bij de meeste mensen.Maar wat is Gods antwoord op de zonden? Als de zondaar zich bekeert, is het dan voor Hem: eens een dief, altijd een dief? Voor altijd getekend met Kaïns teken op het voorhoofd? Getekend voor de mensen, getekend voor God? Nee, als God geloof ziet, openheid, is zijn reactie: 'Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.' Hij ziet geloof bij de lamme en zijn dragers, maar Hij stoot op ongeloof bij de schriftgeleerden die erbij zaten. Die erbij záten! Die houding zegt ook al iets. Iedereen staat, zij zitten. Zij zijn immers schriftgeleerden, leraren. Ze kunnen dus oordelen. 'Wat een godslasterlijke taal!' en op zich genomen is dat ook zo. Als een mens zegt: 'Ik vergeef u uw zonden', eigent hij zich iets toe wat alleen God toekomt. In zoverre hebben zij gelijk. Niemand anders kan zonden vergeven dan God alleen.Toch heeft Jezus het zo niet gezegd. Hij zegt niet: Ik vergeef u uw zonden, maar 'uw zonden worden u vergeven.' (door God). Het is een theologisch passieve uitdrukking. God is het onderwerp van het vergeven, Hij staat er achter. Dat ze dát niet geloven, dat is eigenlijk hun zonde, dat ze niet geloven dat God wel eens achter het woord van Jezus zou kunnen staan. Zij geloven dat het met de zonden inderdaad zo is: boontje komt om zijn loontje, eigen schuld, dikke bult, je moet lijden, het kwaad wordt gestraft. Het kwaad straft zichzelf en daar staat God achter, dat geloven ze. Het is niet meer ongedaan te maken. Het is zo en het kan nooit anders worden. Dat ze in God geen andere mogelijkheid tegenover het kwaad zien, dát is hun zonde, dát is hun ongeloof. Het is een geslotenheid, een opgesloten zijn in hun menselijke overwegingen. Het is de hardheid van hun hart, hun starheid.Onze zonden zijn van ons uit nooit ongedaan te maken. Kwaad blijft kwaad. Het is gebeurd, het is nooit meer terug te draaien. Maar wat wíj niet kunnen, dat kan God, en Hij hééft het ook gedaan, want Jezus heeft zijn Bloed vergoten, vrijwillig, tot vergeving van de zonden. Hij heeft onze vuile handen schoon gewassen, met zijn Bloed gereinigd. Dat is de nieuwe liefde. Het kwaad dat mensen doen en blijven doen, wordt door God blijvend goedgemaakt door een overmaat van liefde. Zijn liefde is groter dan het kwaad dat wij Hem aandoen. Dat is, wat men van oudsher noemt 'eerherstel', en aan dát eerherstel nemen wij deel wanneer wij eerherstel brengen.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.
Laten wij bidden
Goede God, wie gelooft en in U zijn vertrouwen stelt, schenkt Gij genezing en vergiffenis van alle zonden. Trek ons in uw liefde opdat wij elkaar mogen bemoedigen en steunen, en die barmhartigheid mogen schenken die U zo eigen was. Vandaag en alle dagen van ons leven. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.